Dichterbij Oleg’s valt er een wagen op, tegen de palisade geparkeerd. Ruach herkent het en bloeit meteen op. Zijn vrouw, Inotay, and zoon, Pax, zijn aangekomen! Deze rennen de party tegemoet, vergezeld door drie vrolijk blaffende huskies.
Eenmaal door de poorten wekken de twee Orlovsky wagens opgetrokken wenkbrauwen, eveneens het lange lijk van de drakenslang.
“Welkom, welkom vrienden, welkom terug! Svetlana, ze zijn terug!” roept Oleg, “Dit zijn de helden waar ik het over had, Sergeant Garess, kom even kennis maken.”
Hij praat tegen een man van middelbare leeftijd in goed verzorgd platemail, met het embleem van de Regent of the Dragonscale Throne, Noleski Surtova op de borst. Achter hem staan drie bezwete soldaten die aan het trainen waren. De officier, Kersten Garess, steekt zijn arm uit en schudt iedereen de hand. Mea pakt zijn hand vlug, en heel lichtjes, vast en laat het meteen weer los voordat hij zelf haar hand kan pakken. Hij knikt beleefd.
Ruach stelt de groep voor na de handschudronde en vraagt of er toevallig nog koffie of thee klaarstaat. Svetlana gaat zich met eten en drinken bemoeien en algauw zit de groep buiten aan tafel samen met Oleg, Svetlana, Sergeant Garess, Inotay en een wandelende priester van Erastil die Jhod Kavken heet. Pax bungelt op Ruach’s knie en speelt met een tand dat Ruach ergens heeft opgeraapt.
De groep vertellen dat die bandieten, waaronder de gemene Kressle, gestrafd zijn zoals wettelijk voorgeschreven. Kersten Garess blijkt een sombere, humeurige man die duidelijk ergens mee zit. Hij wil beschrijvingen van alle bandieten en schudt telkens zijn hoofd en zucht. Uiteindelijk vertelt hij dat hij ene Falgrim Sneeg zoekt – een huurling uit Varisia die maanden geleden met Kersten werkte. Hij heeft zijn ploeg beroofd en is blijkbaar naar het zuiden gevlucht om als bandiet in de Stolen Lands of de River Kingdoms. Mocht de groep hem levend pakken wil Kersten vier masterwork wapens naar keuze regelen. Dood mag ook, dan heeft hij er twee voor over. Hij beschrijft deze Sneeg. Puntige neus, dat zelfs in de zomer loopt en een kalend hoofd met vettige, overgekamde haren. Hij heeft ook een wilde, grijze baard en wordt nooit opgewekt tijdens een gevecht. Best sadistisch, eigenlijk. Ze zouden hem al lozen toen hij ‘m smeerde.
Dat de bandieten verslagen zijn is fantastisch nieuws. Klein beetje jammer dat ze Svetlana haar ring niet hebben gevonden (Svetlana roept dat het geen probleem is) maar geweldig dat de bandieten verdreven zijn. Het nieuws van een Bandit King, de zogenaamde Stag Lord, komt aan maar Oleg is al overtuigd dat deze geen partij zal zijn voor de groep en de soldaten.
“Laat ze maar komen!”
Oleg maakt zijn belofte waar en de groep mogen 400 gp aan spullen uitzoeken – er zijn alweer wat handelaren geweest en de opslag zit al aardig vol.
Iedereen bij Oleg’s is onder de indruk van het slangenbeest – het lijkt best op een Tatzylwyrm maar de kleur is gek en het rot erg snel weg met een vieze geur van ammoniak. Ze gooien het in de verste beerput en Oleg kondigt aan dat hij er 600 gp voor over heeft als de groep voor een ‘echte’ Tatzylwyrm hoofd kunnen zorgen. Hij zou het dolgraag boven de eettafel in het huisje willen ophangen, op zo’n houten schild gemonteerd.
*****************************************************************************
|