 Tijdens het trainen verkent de groep de rest van het gebied. Het ‘dorpje’ bestaat uit meerdere plekken met vier of vijf kleine huizen – meestal van gnome of halflingformaat. Aan de oostkant van het dorp geeft Snatch aan dat er iets niet pluis is. Ruach concentreert en geeft aan dat ze iets ‘vies’ vindt. De groep springt in actie en gaat op onderzoek uit.
Andre gaat linksom het huisje en ziet een grote gele bloem – zo groot als hij – en merkt op dat de stank ook sterker is aan de achterkant van het huis. Hij komt terug om verslag uit te brengen. De bloem volgt.
De bloem komt de hoek om – lange slierten wapperen slapjes in de lucht om het heen, en het lijkt te wandelen op allerlei kleine pootjes die uit een soort grote knol groeien, onderaan de steel. Een tweede bloem wandelt vrolijk naar voren en richt zich ook op Andre, die zijn ranseur voor zich uithoudt. Mea pakt haar kans en schiet er twee scorching rays op de tweede plant, dat meteen de fik in vliegt en crepeert. Twee – op level vijf – die vrouw houdt blijkbaar van regeltjes breken… buigen.
Snatch springt op de voorste plant, bijt erin… en krijst het uit. De sap is blijkbaar erg vies en ze kan niets anders doen dan alles proberen uit te spugen. Andre neemt wraak, met de kotsende kat als schild, en hakt de wandelende bloem in stukken.
Terwijl Ollie zich in de struiken verstopt klimt Bruce op dak, op zoek naar een verstopplek. (Blijkbaar onderdeel van zijn training). Dit is net op tijd, als er nog twee van de lopende lavendelstruiken zorgeloos op de groep afwandelen, deze keer rechtsom het huis. Ollie en Bruce vallen er eentje aan, en Ruach roept twee prachtige, engelachtige honden op om de andere aan te vallen. Samen weten ze een derde plant neer te halen, alhoewel er een van de honden ook last heeft van de bittere sap. Roderick neemt zijn plaats in en bereidt een aanval voor.
De laatste plant trilt en in een paar seconden graaft het zich helemaal in! Er blijft alleen een harde bult boven de grond, en wat rondzwiepende tentakels – eentje daarvan raakt Roderick, eentje een hond en een derde mist Ollie - op een haar na!
Zowel Roderick als de andere hond krijgen wat van die sap in hun lijf en beginnen te rillen en misselijk te voelen. Voordat de plant nog wat gemene geintjes kan uithalen zinkt een pijl van Mea haar boog tot de vedertjes in de knol. De tentakels floepen op de grond en alles is weer stil.
Roderick vertelt waat hij verder weet van deze plantjes – ze lijken af en toe spontaan te gaan opbloeien in wat afgelegen gebieden – misschien komen ze uit de First World. Kotsbloemen, gele grijpers, zweepkruid, weedwhips… ze hebben meerdere namen. Ze zijn sloom maar voelen je aankomst door de trillingen in de grond. Als ze met hun giftige sap je te pakken krijgen halen ze je daarna prima in en gaan ze doodknuppelen. Daarna slepen ze je terug naar hun plekje om te leven van je rottende lichaamssappen.
(De First World is de oorspronkelijke wereld van de fey en zou ook de oorspronkelijke thuisbasis zijn van de gnomes die nu in Golarion wonen. Het is een plek met ongerepte wildernis die de goden mogelijk heeft gediend als blauwdruk of ruwe schets van het material plane zoals wij dat kennen.)
Achter het huis is de bron van de stank ontdekt – skeletten en rottende lijken van herten, konijnen, ratten, zwijnen en af en toe blijkbaar ook mensen. Het hele gebied licht op voor Ollie’s magie-sense en de groep verzamelt een flinke buit. De lijken worden begraven, de planten ook, en de schatten schoongemaakt.
Er zijn munten steentjes, wapens, kunstobjecten, een luit, potions en oliën, een kleine schild en prachtige chainmail met symbolen van Pharasma erop.
************************************
Het gebied wordt nog even verkend tot een mijl of tien vanaf de rand van het bos, en volgens Ollie voelt het nog “meer fey” hoe westerlijker je gaat. Toch was het plan om eerst het land dichtbij Greenhaven te verkennen, dus wordt het terug naar de stad.
Eenmaal aangekomen worden ze verwelkomd door Oleg en krijgen ze een goede nachtrust in echte bedden. De volgende ochtend is er om audiëntie gevraagd – een klein groepje schaapherders van de Kamelands naar het oosten vraagt of de Baron iets aan de wolven kunnen doen. Er schijnt een grote, witte warg bezig te zijn, die een klein legertje wolven heeft verzamelt en de mensen van “zijn landen” wil verdrijven.
Andre snapt niet hoe ze dit kunnen vragen wanneer ze nog geen burgers… onderdanen… oke, burgers van de Baronie zijn. Zonder belasting geen bescherming, toch? De schaapherders kijken een beetje verbaasd:
“Zoiets zei de Stag Lord ook. Als wij niet betalen gaat u ons vermoorden? Onze families wandelen al jaren door de Kamelands met onze schapen. We verkopen kaas in de herfst en wol in de lente. Als jullie de wolven verdrijven brengen we graag onze waren naar deze mooie nieuwe stad. Dat scheelt de tocht naar Mivon of Jovvox maken, met twee oversteken. Uiteraard bij een markt betalen we stageld, of een deel van de winst – dat horen we graag. We vragen alleen niet dat u deze landen komen toe-eigenen en van ons belasting vraagt om te wandelen!”
Andre blijft bij “Voor wat hoort wat” en de herders wandelen schaapachtig weg. Kort daarna besluit de groep toch even de wolven te gaan slachten… “of je dat leuk vindt of niet, Bruce!”
***************************************************************
Iedereen heeft een paard gekregen van Dame Jamandi Aldori – Ollie een pony – en deze worden gezadeld. Andre heeft zelf een combat-trained light warhorse, en die zadelt hij zelf. (Deze hengst heet “…? “)
De groep neemt de driesprongbrug, draait naar het zuidoosten, en trekt vervolgens de Kamelands in.
|