***********************************
Een geplaveid pad, omzoomd door vorstelijke eiken en goed verzorgde heggen, slingert zich bijna anderhalve kilometer de heuvel op, langs een twee verdiepingen tellende wachtkazerne, de stallen en een tiental huisjes met rieten daken waarin de families van de dienaren en bedienden van het landhuis verblijven. Het landhuis zelf is een uitgestrekt gebouw van drie verdiepingen, opgetrokken uit lichtgrijze gemetselde steen, omgeven door rozentuinen met heggen en eeuwenoude eiken.
De koets van de groep levert ze af in de stromende regen – typisch Brevoyweer. De grote deuren staan open en lakeien staan met paraplus klaar gasten van de koets naar binnen te brengen. De ramen zijn beschermd door artistiek maar functioneel ijzeren roosterwerk (vermoedelijk ontworpen om dieven af te schrikken.) Boven trekken bedienden de stormluiken van binnenuit dicht – slecht weer is blijkbaar voorspeld. In de hal nemen lakeien de wapens van de groep aan en beloven deze te brengen naar een kist in het slaapvertrek van de groep. Hun antwoorden zijn beleefd maar ferm, en ze hebben alle grappen eerder gehoord. Blijkbaar zijn avonturiers vaker te gast bij Huize Aldori.
De plafonds in het landhuis zijn ongeveer 3 meter hoog en het interieur wordt verlicht door talloze kaneelgeurende olielampen nu dat de brede ramen met ruiten langzamerhand gedicht worden. De binnenmuren en plafonds zijn gemaakt van metselwerk en bedekt met een dunne laag witte kalkpleister versierd met een laag houten lambrisering.
De ramen van het landhuis hebben houten stormluiken die van binnenuit open en dicht gaan, terwijl de buitenkant van de ramen wordt beschermd door artistiek maar functioneel ijzeren roosterwerk dat is ontworpen om dieven af te schrikken (behandel deze ijzeren roosters als ijzeren valhekken als iemand ze probeert te beschadigen).
*************
De ruime zaal is voorbereid op een groot feest. Bedienden haasten zich heen en weer terwijl enkele gewapende soldaten – Dame Jamandi's huiswachten - waken over de hal vanuit hun posities tegen de oost- en westmuren. Aan de noordkant knettert een vuur in een grote open haard.
Een ijzeren hendel beveiligd door een slot siert het oostelijke gezicht van de open haard. Twee massieve kristallen kroonluchters hangen aan het twintig voet hoog plafond. De muren zijn versierd met muurschilderingen van idyllische bostaferelen: nimfen dartelen tussen watervallen, saters dansen met reekalfjes in beboste open plekken, en verschillende gevleugelde sprookjeswezens fladderen door de bomen.
Er staan negen lange tafels opgesteld rond het centrale deel van de kamer, elk met borden, bestek, mokken, bekers, en volle kruiken bier, wijn, mede en water klaar om te worden geschonken. De geur van geroosterd vlees, en andere heerlijke geuren, vullen de kamer terwijl er nog geen eten is geserveerd.
De ruimte is al redelijk vol en Ollie herkent zijn peetoom en tante aan een tafel aan de overkant. De groep zitten linksvoor en nemen plaats. Enkele minuten later worden Dame Jamandi en de burgemeester aangekondigd! De burgemeester bedankt de helden voor hun werk in opdracht van de helaas overleden Swordlord Nikka Svetlana en daarna bedankt hij Dame Jamandi dat zij dit werk ook zo waardeert en zo’n avond heeft aangeboden. Namens Restov en Rostland… ik bedoel Brevoy… (iedereen lacht, we zijn allemaal vrienden hier) bedankt hij de groep voor hun werk, moed, doorzettingsvermogen en prestaties – ze zijn ware helden!
Nadat het applaus is weggeëbd staat Dame Jamandi zelf. Zij is een slanke half-elf, bekend voornamelijk van de Aldori school van schermen en duelleren. Zij herhaalt de dankbaarheid van de Swordlords, Restov en uiteraard héél Brevoy. (Je voelt dit ook weer aan als een steek onder water richting Issia, het Noordelijke gedeelte van Brevoy en niet zo heel lang geleden een vijandelijk land.) Zij vervolgt dat ze enkele gasten heeft uitgenodigd om hier te verblijven om morgen hun ideeën voor de toekomst van het nieuwe, veilige gebied in het zuiden aan de groep te presenteren, waaronder Lady Jamandi zelf. Ze houdt haar glas omhoog en brengt een tost uit aan de Helden van de Greenbelt, gevolgd door driemaal een luide “Hoera!”
Een halfling meisje aan een andere tafel kijkt dit alles met grote ogen aan en schrijft de hele tijd door.
Na de toespraak blijven ongeveer de helft van de gasten om te borrelen en praten. De meeste rijke gasten vertrekken in koetsen door de storm, ook de burgermeester. In het landhuis verblijven onder andere wat jongere avonturiers, boeren, handelaars, vakmensen… de types die een toekomst in een veilig(er) gebied in het zuiden zien zitten.
Kleine groepen van Dame Jamandi’s garde brengen uiteindelijk mensen naar de slaapzalen. De groep slaapt in de oostvleugel, en lopen door de voorraadkamers en een soort binnentuin met beekje en bruggetje. Een cadeau van een tovenaar die Dame Jamandi goed had geholpen, blijkbaar. De wachters brengen de groep naar een slaapkamer met één bed, een kamerscherm en drie stapelbedden. Verder is er een afgeschermd hoekje met een po in een stoel en een kist vol wapens en harnas. De wachters zeggen welterusten en sluiten de deur. Terwijl de meesten zich beginnen uit te kleden om van een zacht bed te genieten na maanden in tenten beginnen Andre en Roderick hun harnas aan te trekken. Tien minuten later zijn ze helemaal ingepakt. De andere vier kijken hen aan met omhooggetrokken wenkbrauwen.
“Wat? Je weet het nooit…”
Krakend en klinkend gaan ze op matrassen liggen.
“Heerlijk…”
|