De duistere regenwolk van Rook pulseert en groeit, waardoor de rest van de bewakers onder de stromende regen komen. Het brandt in hun huid alsof het zuur is – een perfecte afleiding! Rook stapt op de eerste en pakt hem bij de kin. “Deze eerst, Bar…”
Bar sabelt de bewaker neer, en wanneer de tweede probeert Rook in het gezicht te schieten krijgt hij ook een steek van Bar zijn glaive. Beide vallen neer op de grond, en hun vlees kookt in de vuile regen.
“Mitra zegene ons!” zegt de acoliet in de deurgang tegen de laatste bewaker, “Gooi de deur dicht, snel! We hebben versterking nodig.”
De laatste bewaker blijkt helaas Hai’A te zijn en deze pakt de acoliet zijn hoofd met beide armen vast. Een gemene draai en een zachte KRAK later is het afgelopen.
De dood van de acoliet gaat gepaard met een bliksemschicht en een harde donderslag. Het woord “Űks” weergalmt door de hoofden van de groep – later door Rook vertaalt uit Infernal als “Één, of de eerste.” Over de kantelen vliegt de witte wyvern, en zowel Rook als Licère merken dat ze iets meer kunnen doen met negatieve energie dan vroeger. Asmodeus is blij met de eerste slag tegen de kerk van Mitra.
Terwijl de figuren op het plein afgeleid worden door de wyvern trekt Hai’A eerst de dode acoliet naar binnen en daarna gooit hij de deur dicht. Rook en Bar zoeken snel naar iets om het te blokkeren.
************************************************
Bovenaan de trap staan Licère en Onyx nog steeds tot de enkels in vogelpoep, en dode bewakers. Het slot gaat veel te veel tijd kosten, merkt Onyx, en hij haalt een sluier tevoorschijn – zijn cadeautje van Tiadora. Hij scheurt een lapje stof van de sluier en drukt het tegen de deur, waar het verandert in een groot raam! Door het raam zien ze een heleboel vogels – honderden raven! Licère blokkeert de opening van het raam met zijn lijf en duwt het ver genoeg open om een spreuk erdoorheen te kunnen casten – Kelgore’s Grave Mist. Ijzige dampen hangen in de lucht van de raventil en de zwakste vogels dwarrelen meteen dood neer.
Van achter de kraaiende vogelzwerm luidt een trompet – Mad Martin probeert om hulp te roepen!
Licère channelt negatieve energie in de ruimte en de rest van de vogels vallen dood neer. Achter hen valt ook Martin neer, en de Manticore die hij aan het summonen was verdwijnt ook weer. Onyx rent snel weer naar beneden, Licére doet eerst even het raampje dicht en loopt hem achterna.
De onzichtbare Onyx roept HALLO tegen Rook, Bar en Hai’A en achter hem verschijnt Licère. Buiten luidt een explosie, en Rook schopt een schild onder de deur als wig.
“Wat nu, Rook?” vraagt Onyx. “Snel naar boven, denk ik, en een stone shape naar buiten.”
Rook loopt naar de trap omhoog en cast een Protection From Good. Bar rent hem voorbij en begint weer pijlen kapot te maken.
“Goed idee, die pijlen…” zegt Licère, “Misschien kan ik daarbij helpen. Hierboven heb ik een manticore summoning onderbroken – misschien heeft die gast ook leuk spul. Ik zal hem ophalen…”
“En dan gaan we weer beneden, huis houden!” zegt Bar. “Dat kan ook,” zegt Rook.
Licère neemt weer de trap omhoog, opent het raam en loopt door de drek en vogellijken naar Martin. “Loopt u even mee…” zegt hij, en hij mompelt snel de woorden van een spreuk.
Het lijk draait het hoofd naar Licère, en het vlees smelt van de schedel. Een witte, grijnzende doodskop kijkt de Necromancer aan, en Martin zijn skelet staat op. Zijn hand, alleen maar botjes, trekt zijn capuchon over zijn schedel. Hij loopt mee naar beneden terwijl Licère een paar voorwerpen in zijn zakje propt. Bij de pijlen zegt Licère dat het skelet de pijlen moet kapotmaken, en daarna hem komen opzoeken.
****************************
De groep gaat weer naar beneden. Op de begane grond wordt er op de deur gebeukt. Ze lopen door, Bar en Onyx voorop. Bar stapt op de deur naar de kapiteinenkamers af en het opent! Hij staat plotseling oog in oog met Kapitein Barhold in full plate! Achter hem staan guards, guards, guards. Hij denkt snel na, en brabbelt iets over de raven en Martin zijn trompet. “Snel naar boven jongens!”
|