Bovenaan de trap is er ook weer een grote deur, alleen is deze dicht. Onyx doet de deur open en kijkt naar binnen. Alweer zo’n lege ruimte, met afbeeldingen in de muren. Deze scènes zijn van de godin en de draak samen in een tuin van kristal. De scènes zijn de laatste die Onyx opmerkt, want middenin de kamer zit een grote, blauwe, zesarmige ogrin in kleermakerszit. Ze doet haar ogen even open en zegt, “Laat me met rust. Zie je niet dat ik aan het mediteren ben?” Onyx tikt met zijn vinger tegen zijn voorhoofd en zegt, “Prima!” Dan trekt hij de deur weer achter zich dicht, en gaat naar beneden om te rapporteren.
De groep (zonder Rizzen) rent naar boven en maakt een vorm van plan. “We gaan naar binnen en als ze lastig doet, maken we haar af.” Licère checkt dat zijn grote zombie onder een illusie van leven is, en stuurt deze de kamer in. De ‘godin’ kijkt op en trekt een vies gezicht.
“Ik had je gewaarschuwd en je komt mijn kamer in met dit vies beest?”
Ze zwaait met één hand en een kolom wit vuur knalt neer op de zombie. Deze heeft effect, maar niet erg veel. Het smeult wat na en schuifelt richting zijn aanvaller. Licère mompelt snel een litany of sloth en trotseert haar spell resistance ook. Nu heeft ze minder zin in zelfverdediging! Hij gaat door met een ‘echte’ spreuk, destruction, maar de donkere energie knalt van haar huid af, en laat alleen wat zwarte druppels achter die snel verdampen. Ze springt op haar voeten met een sprankel in haar ogen en een boos gezicht. Nu is het menens!
Rook komt de kamer in, met een roodgloeiende hand van dispel good.
“Je was zo lekker fout bezig, wil je dat niet meer?”
“Ik ben niet zo egoïstisch meer, mannetje, al eeuwen niet, maar ik kan jullie wel een lesje leren.”
Einar zet er een beat in, en iedereen krijgt een laagje vorst op de wapens. De party omringt haar, en Licère probeert een tweede destruction. Deze komt aan, maar ze overleeft de ergste. Helaas voor haar staat er een grote zombie, een cleric en een gekke bommannetje tussen haar en Licère, dus moet ze eerst daarmee beginnen. Ze slaat de zombie bijna aan gort maar wil er niet in bijten. Achter haar staat Hai’a dus hij krijgt een flinke beet in de schouder. “Dit gaan we snel afhandelen,” zegt Rook, en met zijn roodgloeiende hand hij mept de reusachtige ogrin op de bil. Er is een donkerrode flits, en een plopgeluid, en dan is ze weg!
“Zo! Die is opgeruimd. Nu die stomme vampier binnenlaten.” Hij loopt naar de deur, terwijl Licère hem achterna roept,
“We zouden haar afmaken! Dat was de afspraak met de draak, Rook! Nu is ze weg, en die viswijf is ook ontsnapt. Grrrrrrr!”
Hij gaat zijn zombie oplappen en stompt tegen de vloer tot zijn woede voorbij is.
*********************
Rizzen kan niet naar binnen, en in de pagode is er verder niets interessants te melden. De groep haalt Rizzen op en vervolgt het pad tussen de lange kristallen naar het park.
|