Kort samengevat: Overal loot gevonden, verder ook olie, brandijzers en veel wapens . Een deel wordt meegenomen. Onyx inspecteert de deur in het kantoor en meent dat er een booby-trap op zit. Helaas kan hij niet zien hoe er precies geknoeid is. Hij gaat het voorzichtig van dichterbij inspecteren maar… “CHIK!” gaat de val en “Swoesj!” gaat een lange zeisachtig mes. “Shit!” zegt Hai’A, die Onyx net niet snel genoeg weg kon trekken. En “Aaaaaagh!” gaat Onyx, voordat hij de vloer raakt – bewusteloos met een rode fontein uit zijn been sproeien. Rook weet een spreuk te gebruiken om Onyx te redden en de groep checkt de volgende kamer – de slaapkamer van Sergeant Blackerly. Het meest interessante vondst is een metalen kluis vol klinkende voorwerpen. Hopelijk munten! Het blijkt stevig genoeg de groep te weerhouden het open te breken, dus wordt het in een laken gewikkeld en meegenomen dooe Haai’A. **************************** De keukenhulp wordt ondervraagd en vertelt de layout van de Toren. Ook schijnt er een wachtwoord te zijn om de buitenpoort uit te mogen. Wanneer hij niets interessants meer heeft te vertellen, wordt hij vastgebonden en achtergelaten in de kamer van Blackerly. **************************** Iedereen loopt voorzichtig naar de Toren van de Warden. Ze beginnen al op elkaar in te spelen en elkaars bewegingen beter te kunnen voorspellen, en dit gaan ze bewust oefenen. Elkaars pad kunnen doorkruisen, wapens in de aanslag, zou een handige vaardigheid zijn. Beter dan over elkaar struikelen zoals die wachters! **************************** De groep besluipt de toren. Kunst aan de muren boeit niemand, evenmin de boeken op de eerste verdieping. De groep stompt vastbesloten de stenen trap op en komen bij de deur van de directeur. Rook luistert bij de deur en hoort het gemompel van spellcasting. De kamer wordt bestormd! Binnen staat een oude man in een badjas, met een glinsterend veld om zich heen. “Hoe…?” begint de Warden, maar dan ziet hij de bloedige zwaard in Rook zijn handen en de betekenis van de wachters uniform daagt. “Jullie komen hier niet levend weg! Tuig van het land!” “Nee. Jij sterft vandaag, het is de wil van Asmodeus.” Rook zijn hand gloeit rood met een inflict spreuk en loopt op de Warden af. Zijn hand kan de man niet vastpakken – het kaatst steeds van zijn magische veld af. Rook gromt en de Warden stapt achteruit. Hij cast, en een vlammende bal verschijnt om Rook heen. De duivelse cleric lacht diep en zwaait door de vlammen – “Denk je dat ik last heb van VUUR? Je hebt mijn map niet goed bestudeerd, oude man!” De uil van de Warden duikt op boven de vlammen, klauwen gericht op Rook zijn ogen. De vogel raakt hem niet, maar krijgt de inflict spreuk wel terug. Het fladdert langzaam terug maar dan komt de rest van de groep aan. Hai’A schopt de Warden uit balans met een roundhouseschop, en Licère doorboort hem met een pijl door het oog vanaf de deur! De uil gilt met woede, maar helaas is Onyx ook goed op dreef. Hij rent de vogel voorbij, draait en werpt een dolk. Het spietst de vogel en pint het daarna op de borst van zijn baasje! “Lekker!” zegt Hai’A, en hij scheurt de veren van de uil. In een mum van tijd roostert hij de familiar op de flaming sphere van zijn baasje! ******************************* De kamers worden overhoop gehaald – Licère vindt zijn ring terug, er lag een dure spellbook in een la, er zijn vijf mooie pakken in de garderobe en een houten kist gaat ook mee. Deze is op slot, en (letterlijk?) loodzwaar! Hai’A laat zijn vieze vodden vallen en doet zijn best in een zijden pak te passen. De resultaten zijn… niets om opmerkingen over te maken, als je van je botten houdt. In het kantoortje ernaast hangt een kaart van het moerasgebied, en de groep vindt het landhuis op de kaart. Ze kunnen een paar korte routes bedenken aan de hand van de kaart. ******************************** Weer naar beneden, waar een bewaker uit een klein torentje loopt. Een tweede roept iets achter hem aan “En niet weer op je laarzen pissen, sukkel!” De bewaker haalt de WC niet eens: een mes, wat negatieve energie en een wurggreep zijn hem teveel. Het lijk verdwijnt achter de deur en de groep besluipt het wachttorentje aan de muur. Na een korte overleg loopt Rook naar binnen met de bullseye lantaarn van de bewaker voor zich. De tweede bewaker kan niet goed zien wat er aankomt – en achter Rook sluipen de drie anderen de wenteltrap op. “Doe dat licht uit mijn ogen, jongen…ARGH!” Onyx en Licère duiken achter Rook op en slaan toe. Rook maakt de klus af met zijn nieuwe mace. Het is nu erg stil in de gevangenis. ********************************** De vier lopen voorzichtig naar de grote poort, drie verdiepingen hoog met een toren aan elke zijde – een Barbacane. Ze gaan naar binnen en nemen een ladder in de Oost Toren naar de eerste verdieping. Onyx sluipt rond, hoort stemmen van een luik op de vloer van de West Toren en spiekt door een luik naar beneden. Daar ziet hij Sergeant Blackerly en drie bewakers aan het pokeren. Met bier! “Eerst even het dak controleren, dan afrekenen met die klootzak. Ik duw een brandijzer zo ver op zijn…” zegt bijna iedereen tegelijk! Op dak zijn er twee bewakers. Naast het luik ligt een grote rots, in geen jaren gebruik. Het is koud en waait hard, ze staan naast een vuurkorf te mopperen. Op de grond ligt een hoorn. Onyx besluipt de ene bewaker met Licère achter hem. Onyx kruipt naar de rug van de bewaker en glijdt uit! De bewaker springt achteruit, op zoek naar de hoorn, maar Licère pakt hem vast en channelt negatieve energie door zijn hoofd. De ogen van de bewaker rollen wit op in zijn hoofd en hij zakt dood neer. “Dat krijg je voor slechte wachthouding!” zegt Rook, en hij velt de ander met een mace op het achterhoofd. ************************************** De groep gaat weer naar beneden en omringt het luik naar de laatste guards. Rook probeert ze naar buiten te lokken met een verhaal over een ontsnapte Ogre, maar komt niet geloofwaardig over. Een bewaker komt de ladder op om te kijken wat er aan de hand is, terwijl beneden meubelstukken geschoven worden en wapens getrokken. De bewaker is bijna bovenaan de ladder wanneer Hai’A hem naar beneden knuppelt met… het lijk van een dakbewaker! Rook gooit het tweede lijk bovenop hem en hij ligt te kreunen. “Alle zegens van Mitra! Ze zijn los!” zegt de andere bewaker. Iemand in de kamer blaast hard op de hoorn! De groep rollen de grote rots van het dak en duwen het op het luik – de Sergeant en zijn mannen zitten vast… maar wie weet wat voor hulp de hoorn zal roepen! |