Inhoud Storybook
+ Hoofdstuk 19
+ Hoofdstuk 18
+ Hoofdstuk 17
+ Hoofdstuk 16
+ Hoofdstuk 15
+ Hoofdstuk 14
+ Hoofdstuk 13
+ Hoofdstuk 12
+ Hoofdstuk 11
+ Hoofdstuk 10
+ Hoofdstuk 9
+ Hoofdstuk 8
+ Hoofdstuk 7
+ Hoofdstuk 6
+ Hoofdstuk 5
+ Hoofdstuk 4
+ Hoofdstuk 3
+ Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 1
1.1Breakout
  LOOT
  KAART 1
  KAART 2
1.2Uil-kebab!
1.3Free at last!
+ Hoofdstuk 0
 
Login
Loginnaam
Wachtwoord
 
 
Registratie
Wil je ook zelf nieuws-berichten, sage advice tips, forum berichten en nog veel meer kunnen achterlaten op deze site? Vraag dan hier een useraccount aan.
Registratie
HOMEPAGE | WAY OF THE WICKED | BOOK 1, ACT 1: PRISON BREAK!
No prison can hold me!No prison can hold me!Gespeeld bij/in Leeuwarden op 8 jul 2014
(reacties)

In het koninkrijk van Talingarde kun je voor verschillende misdaden in Branderscar Gevangenis eindigen, maar zo'n vonnis heeft maar één betekenis. Je bent door en door slecht; niet voor jou terugkeer in de samenleving.

Elk van jullie kreeg dezelfde begroeting bij aankomst. Je werd hardhandig vastgegrepen en op de arm gebrandmerkt met een rune - de V van 'verlaten'. De pijnlijke litteken is onuitwisbaar bewijs dat ieder van jullie de grote en eeuwige liefde van Mitra en zijn gekozen sterfelijke vazallen heeft verraden.

Veroordeeld, met - op zijn best - uitzicht op een leven van kettingen en slopende diensten in het nabijgelegen zoutmijnen. Sommigen wachten misschien op de "zachte" behandelingen van de inquisitie, zodat samenzweerders kan worden benoemd en bekentenissen afgelegd. Wellicht dat een enkeling deze beproeving bespaard blijft. Maar waarschijnlijk ben je naar Branderscar gekomen voor je ontmoeting met het lot. Over drie dagen komt de beul aan, en valt de bijl of wordt de brandstapel aangestoken. Het vuur, of het staal, zal je misdaden beantwoorden.

Jullie staan met de rug tegen de muur, aan elkaar geketend, in dezelfde gemeenschappelijke cel. Jullie beschadigde lichamen zijn in vuile, gescheurde vodden gekleed. Elke kledingstuk die je had is verscheurd of lang verloren. Geen gevangene wordt anders behandeld - man of vrouw, burger of adel - alle verlatenen zijn vastgebonden en opgesloten. Jullie voeten zijn door ijzeren enkelboeien
vastgebonden door een lange keten. Jullie armen zijn aan de wand bevestigd door handboeien. Een bewaker verblijft dag en nacht net buiten de cel. Weinig aandacht wordt besteed aan de lange termijnaccommodaties. Op Branderscar komt gerechtigheid snel en zeker.

Ontsnapping lijkt hopeloos. Jullie zijn allemaal grondig onderzocht en elke poging om iets te verbergen op je persoon is mislukt. En als je op een of andere manier kon ontglippen aan je kettingen en uit deze gevangenis vliegen, waar zou je heengaan? Wie van je vroegere leven zou iets met een Verlatene te maken willen hebben? Veracht, alleen en geketend - de enige wat je nu kunt doen is wachten op je ondergang.

Voor elk van jullie geldt, je oude leven is voorbij. Voor elk van jullie is de hoop een vage herinnering. Voor elk van jullie zal gerechtigheid spoedig worden uitgedeeld. En wie kan Talingarde het kwalijk nemen - na wat jullie hebben gedaan?

 Vier mensen hangen aan de muur - een human, een half-duivel, een half-orc en een halfling. Ze fluisteren onder elkaar zodra de bewakers weg zijn - wat ze kunnen, wat ze met de bewakers zullen doen zodra ze vrij zijn, hoe ze hier beland zijn. Ontsnappingsplannen moeten wachten want zware voetstappen klinken van buiten de deur. Een sleutel draait in het slot en de deur opent. Zes bewakers, lederen knuppels en zware schilden vast, stampen de cellenblok binnen. Achter hen loopt Sergeant Tomas Blackerly - die het hete ijzer heeft vastgehouden, of het zuur heeft gedruppeld, bij het brandmerken met de rune. Hij lijkt wat afgeleid.

"Die kleine daar - die moeten we hebben."

Hij wijst naar de halfling, Onyx.

"Haal hem van de muur en breng hem mee. En als jullie uitschot problemen maken zul je de komende dagen het ook zonder tanden moeten!"

De bewaking kijken streng en ernstig. Het zijn grote mannen met het embleem van de gevangenis aan hun tabberden, en symbolen van Mitra aan hun nek hangen. Maar hier hangen de slechtste van de slechtsten, en dat laat ze niet ongemoeid. Zweet druppelt aan de voorhoofden van deze grote mannen, ook wanneer ze een kleine halfling moeten losmaken.

De Sergeant kijkt naar de halfling, "Vandaag is je geluksdag, mannetje, je hebt bezoek. Hoe je bezoek van zo'n prachtvrouw snap ik niet. Schijnbaar wil ze afscheid nemen. En nu meekomen, we gaan haar niet laten wachten."

Onyx verwacht niemand, maar laat dat niet merken. Hij wordt meegenomen door de deur van de wachtpost en de deur sluit achter de laatste bewaker. Op het moment dat de deur dichtknalt trekt Hai'A, de grote half-orc, aan zijn handboeien. Zelfs met zijn grote kracht zit er geen beweging in.

De bewakers nemen Onyx mee naar een kamertje naast de wachtpost – de verhoorkamer. Op een paar plekken is het te zien dat niet al het bloed is schoongemaakt. Verder ruikt de kamer naar verbrand vlees – hij is hier eerder geweest. Een kleine tafel en vier stoelen staan middenin de kamer en Onyx wordt op een stoel geduwd. Tegenover hem zit een lange, bloedmooie human vrouw. Ze draagt een zwarte jurk en een zilveren sluier, alsofkt alsof ze gekleed is voor een begrafenis. Ze heeft platina blond haar, zo licht dat het bijna wit lijkt en haar ogen zijn van een glimmend, bijna buitenaardse groen. Op haar gezicht is het duidelijk te zien dat ze recent heeft gehuild.

“Lieve schat,” zegt de onbekende vrouw, “Ik ben zo blij dat je nog leeft!” Ze draait zich naar Tomas toe, “Mogen wij een paar minuten alleen, mijn heer? In de naam van al het goeds?”

Tomas krijgt een lege blik en stemt toe, “Uiteraard, jonkvrouw. Voor u is dat geen probleem.” Hij neemt de bewakers mee en de deur sluit achter ze.

Zodra de deur dichtslaat verandert haar hele houding – ze is meteen zakelijk. Geen spoor van berouw of zorg blijft over. 

“Je bent mij toch niet vergeten, schat?” zegt ze met een onnozel lachje. “Noem mij Tiadora. Een kennis van mij wil jou, en je celgenoten ontmoeten. Helaas wil onze wederzijdse kennis jullie niet ontmoeten onder je huidige, ze maar... shabby... omstandigheden. Er zit niets anders op dan dat jullie ontsnappen. Kijk niet zo – dat het nooit eerder is gebeurd betekent niet dat jullie de eerst kunnen zijn.” 

“Als je weet te ontsnappen, steek het veengebied over buiten de stad. Op de Oude Veenweg kom je een villa tegen, met een enkele lantaarn aangestoken op de tweede verdieping. Daar wacht onze wederzijdse kennis. Meer weet ik niet, maar hij vroeg mij om je dit te geven.” 

Ze doet haar sluier af en pinkt een paar krokodillentranen weg. 

“Een aandenken van mij, schatje.” 

Onyx kijkt haar aan, “Ach, waarom niet. Ik heb toch niets beters te doen.” 

Haar boodschap afgeleverd, ze schuift haar stoel achteruit en staat op. De bewakers komen weer naar binnen en haar houding is weer één van berouw. “Nee, ik kan je niet zo verlaten!” Ze zoent Onyx op de wang, en hij moet er moeite voor doen om niet te reageren. De kus is ijs- en ijskoud, en voelt bijna onmenselijk. 

Tomas schudt met zijn hoofd. “Het spijt me mevrouw, maar het is echt tijd.”

Ze kijkt diep in de ogen van de Sergeant. “Bedankt dat ik afscheid mocht nemen van mijn schatje. Je hoeft hem niet weer lastig te vallen met fouilleren, hij heeft al genoeg te verduren. Je bent een lieve vriend.”

“Een lieve vriend,” herhaalt Tomas, zonder klemtoon. Dan lijkt hij weer zichzelf te worden, en hij buigt beleefd. “Tot uw dienst, madame.” Ze vertrekt, zonder sluier. Haar ogen kijken Onyx nog één keer aan en ze geeft hem een kleine glimlach. Hij kan alleen aan een roofdier denken.

“Drie dagen,” hoort hij. Telepathisch, diep in zijn hoofd. “Stel me niet teleur, schatje.”

En met haar bezoek afgerond is Onyx snel weer terug in de cel, waar hij weer vastgemaakt wordt aan de muur en zijn celgenoten.

Hij werpt een blik op de sluier die hij in zijn wang had verstopt. Kleine lappen stof zijn zichtbaar op de binnenkant van de sluier – in verschillende vormen. Hij weet dat als hij een lap eraf haalt dat het dezelfde voorwerp wordt in het echt. Ze hebben nu een échte kans!



****************************************************************

Veil of Useful Items

This appears to be a fine silk veil of gossamer cloth. Only as it is held and closely inspected can you see small cloth patches of various shapes. One patch can be detached each round as a move action. Detaching a patch causes it to become an actual item. This veil contains:

- 2 daggers 
Bullseye lantern (full, lit and shuttered) 
Hempen rope (50-foot coil) 
Sack full of needed spell components (worth less than a 1 gp) and common clothes in the PCs sizes 
Thieves Tools, Masterwork 
Window (2 ft. by 4 ft., up to 2 ft. deep) 
Potion of cure light wounds 
100 gold pieces 
Unholy Symbol of Asmodeus (silver) 

Note that the window patch will create a window (and therefore a hole) in a nearby wall. If there are no nearby walls, it simply turns into a common wooden window frame. It cannot be placed on a living creature however. Once removed, a patch cannot be replaced.

**************************************************************************

De bewakers lopen terug naar hun post, met een laatste “Als wij jullie horen zal je het beleven!” slaan ze de deur dicht. Een sleutel draait in het slot en het cel blok valt stil.
Na de bewakers zachtjes voor alle soorten oetlul te hebben uitgemaakt wendt het gesprek naar het onderwerp “hoog bezoek.” Onyx legt uit dat ze hulp van buitenaf hebben gekregen, en dat iemand met ze wil praten. Licère, een bleke, pragmatische tovenaar, vraagt Onyx om het ontmoetingsplek te beschrijven – voor het geval dat Onyx het niet haalt. Onyx vertelt dit ook vrolijk – “Gevangenis uit, dwars over het veen, naar de villa op de Oude Veenweg met een licht op de tweede verdieping” voordat hij de sluier onthult en de inhoud beschrijft.
“Als er ook een kaars in die componentenzak zit, ben ik tevreden.” aldus Licère.

Onyx laat zien dat hij de sluier van zijn mond naar zijn vuist heeft gebracht tijdens zijn ophanging. Met zijn handen nog altijd boven zijn hoofd, verwijdert hij een lapje stof van de sluier. Een setje gereedschappen verschijnt in zijn vuist en hij gaat langzaam en voorzichtig te werk. De anderen weten met gemompel het geluid te maskeren en na een paar minuten heeft hij zijn handen vrij!
Onyx bevrijdt rustig en vaardig de andere drie gevangenen. Één van hen, Rook, beweert een cleric van Asmodeus te zijn. Hij lijkt erg afwezig; praat heel langzaam en streelt steeds zijn gezicht en armen. Volgens Licère is Rook gedrogeerd, maar waarom? Misschien omdat de bewaking bang is voor spreuken? Gelukkig is Licère zelf alleen veroordeeld op basis van ketterij en op (bijzonder verse) lijken experimenteren. Als ze hadden geweten dat hij ook magische krachten had, was hij misschien ook gedrogeerd. Aan de andere kant, Rook heeft rode huid en kleine hoorntjes – ook een prima reden om iemand minder bedreigend te maken!

Met iedereen bevrijd van de handboeien gaat ook het slot van de ketting tussen de benen open. Deze lange, zware ketting wordt in de vodden van de gevangenen gewikkeld en stilletjes losgetrokken. Onyx scheurt lap na lap stof van de sluier af – kleren, spell components, messen, een Holy Symbol van Asmodeus… al snel voelen de gevangenen dat ze een reële kans hebben. Op Haï’A na doen ze schone kleren aan. De Half-orc vindt de vodden prima – misschien omdat zijn littekens beter zichtbaar zijn.

Tot nu toe is er niets opgevallen bij de bewaking, en met alle aanwezigen uitgerust maakt Onyx de celdeur open. Zijn uitsloven levert een kapotte lockpick op, en hij neemt daarna de tijd. Met een doffe klak gaat het slot open. Een gefluisterd plan wordt gemaakt. Onyx haalt het lapje met een lantaarn eraf en gebruikt de olie op zijn gereedschappen. Daarna loopt hij voorzichtig naar de deur van de wachtpost waar hij de scharnieren ook oliet. Daar hoort hij de bewakers praten:

“Die Blackerly is een verrekte dief! Dat was echt doorgestoken kaart gisteren!”

“Als het geen eerlijk spel is, waarom ga je steeds terug naar de barbacane?”

“Het bier is te zuipen.”

Een lach. “Drinken tijdens diensturen! Dit plekje is helemaal naar de kloten! Kapitein Kallidan zou dat niet hebben getolereerd, geen druppel!”

“Kapitein Kallidan… hij is vertrokken…wanneer? Twee jaar geleden?”

“Bijna drie, en sindsdien is het hier alleen maar slechter geworden. Die ouwe toof komt zijn toren niet uit. Hij zit daar alleen maar naar die rare boeken te kijken en met zijn uil te spelen.”

“Met zijn uil spelen – noemen ze het zo tegenwoordig?”

De twee bewakers lachen weer.



Onyx brengt fluisterend verslag uit, en dan valt de aandacht op de andere deur in het cellenblok. Het is een soort cel binnen een cel, met verstevigde muren en een verstevigde deur. Licère kijkt door een raampje in de deur en ziet een grote, mensachtige wezen op de grond liggen. Hij is bijna naakt, drie meter lang en heeft een dik bos zwart haar. Het moet wel een ogre zijn, een ras dat bijna uitgeroeid is op het eiland. Deze is zwaar toegetakeld, met veel wonden en blauwe plekken.

“Een ogre? Bah!” mompelt Licère, en hij loopt weer terug naar de anderen. “Als we écht in nood zijn, kunnen we zo’n dom beest loslaten.”

Met gebaren van Onyx en enkele zachte woordjes in het oor van Rook wordt de slaperige Cleric voor de deur van de wachtpost gemanoeuvreerd. Onyx staat voor het slot van de wachtpost en de andere twee staan ook klaar met wapens vast. Onyx gaat aan het slot werken, zo zachtjes, en langzaam, mogelijk. Hij krijgt een handjevol magische stenen van Licère en maakt zich klaar om aan te vallen. Met een knik naar Rook begint de verrassingsaanval – de Cleric trekt de deur open en Onyx rent naar binnen, gevolgd door Licère en Haï’A. De halfling neemt de scène snel in zich op – twee bewakers aan tafel, de linker met een hoorn aan zijn riem. De monden van de bewakers vallen open. Een steen van Onyx knalt tegen het hoofd van de bewaker die naar de hoorn grijpt. De man schudt de pijn van zich af maar dan is Licère er. De Necromancer zet zijn hand op het hoofd van de bewaker en zwarte energie flitst tussen zijn vingers. De bewaker schudt hevig en valt dood neer. Zijn compagnon krijgt geen tijd om te reageren, want Hai’A leidt hem af met een vuist langs zijn oor, voordat zijn andere vuist zijn strottenhoofd verpulvert. Rook wandelt naar binnen, knikkend. “Goed werk, jongens… Asmodeus staat ons héél duidelijk bij vannacht.”

(DEEL 2)

De ruimte is tegelijk wachtpost en overloop, met aan de zuidelijke muur een trap naar beneden. Aan de muren hangen oude kleden, zo vies dat er weinig meer op te zien is. Misschien iets van een fakkel? Er branden ook nog twee fakkels en de wachtpost, net als de cellen, riekt naar brandende olie. Ook aan de zuidelijke muur is een enorme haard, waaruit warme lucht stroomt. Het vuur brandt niet en dit wordt even bekeken.

"Aha," fluistert Licère, "de warmte komt van beneden, want deze haard sluit aan een doorlopend rookkanaal."

"Jammer - kunnen we die route naar beneden niet nemen. Daar gaat de verrassingsaanval." Onyx zucht.

De twee bewakers zaten aan een degelijke houten tafel, op stevige stoelen. Licère geeft Rook een duwtje en wijst de dode bewakers aan. Hij begint de maliënkolder van één van de bewakers te strippen en Rook doet hem na op de tweede. Onyx houdt de trap in de gaten en Hai'A checkt de zijkamer na. Dit is een kleine verhoorkamer met een stevige tafel en vier stoelen. De fakkels zijn gedoofd, en de kamer ruikt naar verbrand vlees. Ook al is de vloer goed geschrobd zijn er donkere vlekken nog zichtbaar. Hier waren ze gebrandmerkt, en hier praatte Onyx ook met die mevrouw.

Rook en Licère hebben de harnassen aan, en schudden en rekken even op zoek naar optimaal comfort. Rook pakt ook een zwaard en maakt de schede vast aan zijn nieuwe riem. Twee bogen lagen op tafel en Licère spant de snaren aan, met behulp van Hai'A. Pijlen komen ook mee. Onyx begint zich te vervelen en glipt stilletjes naar beneden. Hij komt terug met nieuws.

"Beneden is leeg, maar achter de deur is een lange gang met twee bewakers en dubbele deuren aan het einde."

"Die ken ik," zegt Hai'A. "Ik kon een gaatje maken in mijn hoed en zag af en toe wat van deze locatie." Hij speelt met zijn scherpe, uitstekende tanden even.

"Door die dubbele deuren is een plein met een fontein, en daarna komt de Barbacane, dan een pad en een brug naar het vaste land. Rechtdoor naar de vrijheid!"

*************************************************************

Vier van de slechtste criminelen van Talingarde lopen naar beneden, naar de volgende obstakel tussen hen en de poorten van de gevangenis.

Na wat aanmoedigen van Licère en Hai'A roept Rook de hulp van Asmodeus op. Een donkere zegening geeft iedereen een gevoel van bovennatuurlijke competentie en meedogenloze vastberadenheid. Het werkt lekker mee met hun eigen wraakgevoelens.

Bij de deur beneden gaat het plan in uitvoering. Licère begint een spreuk, Rook trekt de deur open en Onyx schiet met een magisch steentje. De bewakers waren rustig tegen de muren aan het leunen, en keken benieuwd op naar het geluid van de deur. De steen slaat keihard tegen het gezicht van de dichtstbijzijnde bewaker - bloed en tanden spetteren op de grond en hij grijpt naar zijn riem. Of hij naar zijn zwaard of hoorn greep is onduidelijk, want een bewapend skelet verschijnt naast hem en sabelt hem neer. De ondode loopt op de tweede bewaker af - tak, tak, tak, tak...

Licère haalt het skelet in en geeft deze beste man een dosis negatieve energie. De bewaker weet zich overeind te blijven en schreeuwt om hulp! Rook, geduwd door Onyx, rent naar de dubbele deuren en zorgt dat de gewonde bewaker niet weg kan. De guard slaat terug op Licère maar zijn armen zijn zo verzwakt dat hij hem niet eens aanraakt! Hai'A maakt er snel een einde aan.

Onyx hoort beweging in een kamer aan de oost muur, waar Hai’A een kantine had gezien. Hij gebaart naar Licère (die een diepere stem heeft) en de Necromancer doet de stem van de bewaker na,

“Hou op met dat soort geintjes!”

Onyx gaat met zijn oor op de deur staan, en Licère komt naast hem staan. Met behulp van Hai’A houden ze een dode bewaker voor de deur. Een bewaker, zonder harnas, doet de deur voorzichtig open en krijgt meteen een lijk op zichzelf! Hij gilt van de schrik, probeert achteruit te komen maar belandt op de vloer onder het lijk van zijn kameraad.

“O shit, o shit, o shit…” Hai’A springt over hem heen met een perfecte salto, landt middenin de kantine en kijkt boos rond. Aan de zuidkant is de keukendeur, waar een bleke bediende staat om de deur te kijken. Aan de noordkant staan twee bewakers in een slaapvertrek met zwaarden vast en lange hemden aan. Ze hebben hun maliënkolders van de paspoppen gehaald maar laten deze weer vallen om de ontsnapte gevangen aan te vallen.

“Vuile moordenaars!”

Op weg naar de grote half-orc roepen ze naar het zuiden, “Haal hulp!”

De keukerndeur gaat dicht, Hai’A ontwijkt beide aanvallen met gemak en springt de lucht in, zijn benen in een split. Beide voeten raken een kaak, en beide bewakers hebben moeite overeind te blijven. Licère pakt de eerste vast met zijn koude, gloeiende hand en de man gilt in paniek.

“Sssssh, het duurt maar even…” zegt de Necromancer zachtjes, en de ogen van de bewaker rollen op in zijn gezicht. Hij zakt in elkaar, dood voordat zijn hoofd de vloer raakt. De tweede bewaker ziet eerst Rook en dan Onyx de man onder het lijk bij de deur neersteken. Het zwaard van Rook wordt tegengehouden door een been van het lijk, maar Onyx weet de keel te vinden.

De derde, laatste bewaker rent terug naar het slaapvertrek en gooit de deur dicht!

Licère gaan achter hem aan. Hai’A schopt de deur open en de bewaker weet de eerste aanval van Licère te ontwijken. Dan komt Rook binnen, unholy symbol in één hand en bloedig zwaard in de ander.

“Asmodeus, een offer!”

Het zwaard flitst naar voren en legt de keel van de bewaker open.

****************************************************************
Hai’A kijkt op van een geluidje, en ziet dat niemand anders het gehoord heeft. Hij rent naar de keukendeur toe en zwaait naar de anderen.

“Vlug! De keukenhulp staat buiten te gillen!”

“Wacht!” zegt Licère, ”We kunnen sneller eromheen.”

De drie rennen naar de grote dubbele deuren en duwen ze voorzichtig open. Een pad leidt naar een groot gebouw met een poort – de barbacane. Het gebouw heeft geen ramen aan de achterkant – dit was blijkbaar ooit een kasteel en indringers moeten geen veilige plek krijgen om de burcht te beschieten. Het padje, onderbroken door een standbeeld van een engel, heeft aan beide zijden gras. Een lantaarn is zichtbaar op de westmuur, waar een patrouille lijkt te lopen. Het geschreeuw van de keukenmeid klinkt heel hard in de oren van de ontsnapte gevangenen, maar de bewakers aan de muur hebben schijnbaar een harde wind in de oren en laten er niets van merken!

Licère rent om de hoek, richting de zijdeur van de keuken. Hij is nog altijd als bewaker gekleed en wanneer de keukenmeid tegen hem op rent, vraagt ze meteen om hulp: “Help me, heer…”

Achter haar komt een tweede keukenhulp aan, een grote man in een fel groene mantel.

Licère zegt tegen de man, “Sssst! Schuil je – ze schieten! Volgens mij is ze geraakt…”

De keukenmeid zakt in elkaar, maar de man trapt er niet in. Misschien was Licère vergeten zijn gemene glimlach te verbergen. De bediende gaat op zijn knieën en vraagt om genade. Hij belooft alle geheimen te vertellen, als hij maar mag leven.

“Klinkt prima,” zegt Licère, “Hup! Naar binnen!”

Hij zwaait even om de hoek naar Onyx, geeft hem een duim omhoog. Onyx doet de dubbele deuren dicht en Hai’A gebruikt de balk om ze goed dicht te krijgen. Licère en de bediende gaan weer de keuken in door een zijdeur en de Necromancer doet die deur ook dicht. Hij draait het op slot en doet de sleutel in zijn zak.

Van het slaapvertrek komt een krak! Rook is de kistjes van de bewakers aan het openbreken, op zoek naar schatten!



KarakterSpelerXPInfo
Bar Bie'gon Johan 850
Hai'A Pake 500
Licêre Nefarios Tuning 500
Onyx Vulridir Sr 500
Rook Jacco 500
Plaats de muis boven het om detail informatie te zien.

Gepost door Jeff op 9 juli 2014 om 15:02 uur.
Reacties van bezoekers (146 reacties)
Licêre NefariosLicêre Nefarios (Tuning)

moe-ha-ha-haaaaaa! (maar dan zachtjes... we zijn nog niet buiten)


Gepost op 9 juli 2014 om 16:08.
TuningTuning

@Jeff: Heb je ook een campagne plaatje misschien? Dan heeft elk verhaal standaard op de voorpagina ook dat plaatje erbij :-D


Gepost op 9 juli 2014 om 16:33.
PakePake

Nice!


Gepost op 9 juli 2014 om 19:37.
PakePake

bijna level up. :-)


Gepost op 9 juli 2014 om 19:40.
TuningTuning

Yeah!


Gepost op 9 juli 2014 om 20:04.
JeffJeff

Dan beginnen we met een (Un)Holy Symbol 


Gepost op 9 juli 2014 om 22:24.
Vulridir SrVulridir Sr

Bedankt Jeff. Nu weet ik dat het gebouw veilig is. Dat wist ik nog niet zeker.


Gepost op 9 juli 2014 om 22:43.
TuningTuning

Hehe... de spelers evil en de DM good? Omgekeerde wereld...!


Gepost op 9 juli 2014 om 22:58.
JeffJeff

@Opa - ik zal even vooruit spoelen op de site - wat jullie vinden enz... Mooi de vaart erin houden.


Gepost op 9 juli 2014 om 23:58.
TuningTuning

Ik vond het wel een aardig detail dat degenen met interne vuur resistentie de zure behandeling kreeg om hetzelfde 'F'-je te tekenen....


Gepost op 10 juli 2014 om 8:52.
Wie zegt wat?
Alleen bij een actieve campagne kun je (indien ingelogd) reacties achterlaten.
© 2003 pepijn
 
Random insult
How many times do I have to flush to get rid of you?
 
Agenda
nntb
Campagne Top 10
Shackled City Adventure Path
204x gespeeld
Way of the Wicked
136x gespeeld
Savage Tide Adventure Path
109x gespeeld
Opa's campaign
63x gespeeld
Campagne Land van Amn
57x gespeeld
Storybook Hendrik
55x gespeeld
Campagne Channath
53x gespeeld
Kingmaker
49x gespeeld
The drow
43x gespeeld
Calimshan
40x gespeeld
 
Populaire lokaties
Leeuwarden
115x gespeeld
Online
13x gespeeld
Wytgaard
3x gespeeld
Lwdn
2x gespeeld
nvt
1x gespeeld
Grou
1x gespeeld
St. Anna
1x gespeeld
 
Overzicht gebruikers
Klik hier als je een overzicht van alle geregistreerde gebruikers wilt zien.