Inhoud Storybook
+ Hoofdstuk 7
+ Hoofdstuk 6
+ Hoofdstuk 5
+ Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 3
  Koers
  Chult
3.1Voorbereidingen
3.2Trossen Los!
  De Boot
3.3Haaienvoer!
3.4Wrede Verstekeling
3.5Aerial Action
3.6Wyverns & Ooze, bah!
3.7Pirates & Pregnancy?
3.8Het komt...
3.9Kraken=Pussy!
3.10Tamoachan dracolisk
  Dracolisk
  origineel plaatje
3.11Vervelend Varrangoin
3.12Urol? Oerol!
3.13Storm en Zeewier
3.14Zeewieraanval!
3.15Het zwart hart
  Sargasso - kaart
3.16The Mother Of All
3.17Victory!
  Loot en stats
+ Hoofdstuk 2
+ Hoofdstuk 1
 
Login
Loginnaam
Wachtwoord
 
 
Registratie
Wil je ook zelf nieuws-berichten, sage advice tips, forum berichten en nog veel meer kunnen achterlaten op deze site? Vraag dan hier een useraccount aan.
Registratie
HOMEPAGE | SAVAGE TIDE ADVENTURE PATH | HOOFDSTUK 3: THE SEA WYVERN'S WAKE
The kraken bites the dustThe kraken bites the dustGespeeld bij/in St. Anna op 13 aug 2008
(reacties)
12 Eleasis 1375 De groep kijkt elkaar aan. Binnen vijf seconden heeft iedereen behalve Sheler “Wat de fuck?” gezegd. Sheler blijft beleefd. Iedereen in de groep, en ook Skald, heeft hetzelfde beleefd. De rest van het schip slaapt of werkt, helemaal onwetend. Er wordt snel gediscussieerd en Bohairic noteert alles wat iedereen kan herinneren. Een aantal gegevens klopt volgens hem niet. “Als het droom voor ons elk afzonderlijk was zou ik dan hebben verwacht dat mijn spreuken naar behoren zouden werken. Het lijkt als of het een droom was over een illusie gestuurd door iemand onzichtbaar, maar die was er niet. Ook was er geen spoor van een scry-punt maar ja, een teken van een spreuk in een droom vol illusies is toch ver gezocht. Maar misschien...” Hope, die al lijkt duizelig te worden, onderbreekt voordat Bohairic een vierde schil aan zijn model toevoegt, “Ja, da’s geweldig, maar wat hebben we eraan? Dat was nep, morgen komt het echt, ik ga slapen. Wie vragen heeft weet me te vinden, maar anders heb ik over een paar uur weer wacht.” Hij gaapt en loopt naar zijn vertrek. “Tja,” zegt Templeton, “dat is inderdaad allemaal leuk en aardig - met al het gedroom en zo, maar als dat ding bij mij in de buurt komt krijgt het zo’n mep dat het eerst zijn excuses aanbiedt en daarna het dek schoonlikt om het goed te maken. Je ziet het maar!” Tin kijkt Timothy aan en maakt een snelle handgebaar dat ze uit de buurt van Templeton moeten blijven, morgen. Hij knikt, maar blijft verder stil; zijn gezicht is nog steeds bleek. Na een tijdje durft hij weer wat te zeggen, “Ik slaap liever ergens anders morgen, mevrouw Sheler!” ****************************************************** De volgende ochtend zoeken Bohairic, Templeton en Sheler Amella op in haar vertrek. Ze staat in een witte badjas de koers uit te tekenen op een grote kaart. Sheler neemt het woord, “Kapitein, we hebben goed nieuws en slecht nieuws. Welke wil je eerst?” “Doe maar het slechte.” “Over een dag worden we aangevallen door een kraken.” KNAK! Het potlood breekt in haar hand als het bloed uit Amella haar gezicht trekt. “Fuck! En het goede nieuws dan?” De druïde glimlacht. “Wat dacht je? We hebben een dag.” De kapitein blijft een volle dertig seconden stil. Ze beweegt geen spier, en de hele tijd blijven de avonturiers ook stil. Na die tijd laat ze de stukjes potlood vallen en haalt ze diep adem. “Het is altijd wat met jullie, hè?” ****************************************************** Plannen worden gesmeten, de passagiers worden naar andere schepen vervoerd voor de zekerheid, de dwergen ingenieurs installeren de twee ballista’s op het derde schip en Avner neemt daar de leiding. “Het werd wel tijd dat ik mijn leiderschap en ervaring ingezet was,” zegt hij. Hij draait aan zijn snor en begint de passagiers in lijnen op te stellen voor de kleine boten. Alleen Urol weigert in te stappen – hij wil op de Wyvern blijven. “Ik bedoel – ho vaak zie je een kraken?” zegt hij, opgewonden. “Meestal één keer,”zegt Tin. De natuurvorser loopt weg met zijn handen in zijn natte baard, zonder te beantwoorden. Een paar minuten komt hij terug met twee kleine flesjes. “Je weet dat ik met Lavinia heb afgesproken dat ik de ruïnes bij Tamoachan mag onderzoeken, toch? Nou, ik heb ook gehoord dat er daar een basilisk rondloopt, en daar ben ik op voorberied. Dit spul heet steenzalf en kan een versteende iemand terugveranderen in een mens van vlees en bloed. Wat het ook kan doen, is een mens van vlees en bloed beschermen met een beschermlaagje van magisch steen! Misschien handig voor nu – ik bedoel, als die kraken ons afmaakt kunnen we het toch niet gebruiken. ” “Wacht eens even, Urol – waar heb je het in alle Godsnamen over?” vraagt Templeton. “Jullie kennen Tamoachan, toch? Een verloren stadje aan de kust van Chult, gebouwen door de Olman – de Mazticaanse stammen die hier woonden?” Bohairic geeft toe om het woord een keer te hebben gehoord. Hope kent de naam ook, maar niets meer. De rest kijken hem met lege gezichten aan. “Nou, het zit zo. Er zijn meerdere ruïnes in dit gebied – vroeger waren er best wel veel steden hier. Op een gegeven moment verdween de Olman beschaving – niemand weet waarom. Tamoachan, omdat het dichtbij de kust is, is één van de meest bezocht en meest leeggeroofde steden van toen. Adventurers op zoek naar schatten, of de reden waarom de beschaving zo snel verdween, hebben het heel vaak geplunderd. “In Sasserine heb ik een kaart kunnen kopen van een zeiler met één been, die het van een stervende elf op zee heeft gekregen. Deze elf, ik ken zijn naam niet, beweerde een nog niet ontdekte deel van de stad te hebben gevonden. Helaas werd zijn groep aangevallen door een beest met acht poten en groengloeiende ogen, die zijn vrienden versteende! Hij als enige wist te ontsnappen aan zo’n vreselijk einde. Maar zijn slecht geluk was nog niet voorbij – onderweg naar Sasserine om een nieuw groep te rekruteren is zijn schip in een storm gezonken. De elf stierf in het bootje van die zeiler met één been en die zeiler, die geen zin had in het bezoeken van zulke vervloekte ruïnes, heeft het kaartje aan mij verkocht. En goedkoop was het ook niet, hoor!” De naar aarde ruikende gnoom laat het kaart zien. Het laat een stuk kustlijn zien met genoeg herkenbare rotsformaties om het inhammetje terug te vinden. Daarnaast is een vervallen ziggoerat getekend, ongeveer één uur lopen door het oerwoud. Naast deze piramidevormige tempel staat een grote X, een onmiskenbaar teken dat dit een echte schatkaart is. “Bohairic jongen, ik zie dat je het al snapt. Acht poten, groene oogjes – een basilisk dus. Op het verstenen na zijn het gewoon grote hagedissen – jullie zullen geen problemen er mee hebben! Dit spul zullen jullie vast niet eens nodig hebben! Maar toch … alsjeblieft!” Hij overhandigt de twee flesjes en Bohairic en Templeton nemen elk een. Tussen de middag komt de Nixie dichterbij en wordt er overlegd met Lavinia. Ze biedt de assistentie van de Jade Raven’s aan de groep, maar uiteindelijk mogen deze hun eigen schip verdedigen. “Ze waren niet in het droom, en we willen niets veranderen. Je weet het maar nooit,” zegt Tin. **************************************************************

Met de avond is de Zeewyvern bijna leeg. Amella neemt de roer, en zes zeilers gaan de wanten in. De regen is de hele dag niet opgehouden, en naarmate het donker wordt stijgt de wind. Thee, of in het geval van Hope grog, wordt uitgedeeld. Iedereen is onrustig en er wordt niet veel gepraat. Bohairic loopt heen en weer op zoek naar het perfecte plekje om op te staan. Hij zet al zijn lichtjes aan en het schip schijnt als het door de nacht vaart. De andere twee schepen houden een redelijke afstand en hebben de meeste lichten gedoofd. De dwergen aan de ballista’s op de Nachthaai zien toch beter zonder al die lichten. De Wyvern heeft de leiding, met de Nachthaai daarachter aan stuurboord en de Nixie aan de stuurboord kant van de Nachthaai. Het slecht weer houdt aan, het is koud, en met vijf minuten buiten ben je doorweekt. Tin klimt en daalt weer van de verschillende masten af, ook op zoek naar een ‘perfecte’ plek. Timothy weigert de hut in te gaan, voor het geval dat de aanval op dat moment begint. Zelfs Sheler kan hem niet ompraten. Hope en Templeton patrouilleren het dek, van boven aan de spiegel tot achter de boegspriet en terug. Ook zij zeggen niet veel. Alleen de stem van Amella, die koerswijzigingen en zeilaanpassingen omroept, is te horen boven de drijvende regen. ****************************************************** In het donker nadert een stukje drijfhout het schip. Ook al wordt het door de hevige golven heen en weer geslingerd lijkt het een bepaald koers aan te houden. Stukjes hout aan de zijkanten peddelen druk en geduldig totdat het de romp van het schip bereikt, waar het instantaan samensmelt met de hout van het schip. ****************************************************** Vijf minuten later, wanneer het aanval begint staat Tin-a-Tin in het kraaiennest, Hope boven het hutje aan de boeg, Bohairic bij Amella, Sheler en Timothy in het boeghutje en Templeton midden op het dek. Ze zijn nog niet helemaal uit met waar ze willen zijn en willen alle mogelijke aanvallen kunnen weren. Ze geloven niet echt dat het precies zal gebeuren als in de droom en het komt toch als een verrassing wanneer het schip naar bakboord wordt gesleurd. Amella schreeuwt commando’s en Sheler roept van het hutje dat er een gat in de romp is verschenen! Het gat ziet er precies uit als in de droom, maar deze keer is het echt! Koud water stroomt naar binnen, donkergroen en schuimend onder het lantaarnlicht van de ruimte waar normaal Tin en haar otter verblijven. Het eerste golf knalt tegen de schotten, weerkaatst en botst tegen de volgende. De ruimte beneden weergalmt met de dreun van de zware golfslagen en spray bereikt zelfs de twee halflings boven. In het eerste paar secondes is het water al kniehoog beneden! Donkergroene armen dwingen door het gat en natte klauwen pakken de randen vast. Grote spierballen trekken samen en de eerste van de zeetrollen entert het schip. In het echt zijn ze nog enger dan in de droom. Sheler voelt Timothy beginnen te trillen en mompelt woorden van kalm en vertrouwen, een reizigersgebed van haar thuisland. De eerste trol doemt in de ruimte op, en een tweede volgt. Achter hen blijft het water naar binnen stromen, en de twee lelijke koppen bestuderen snel alle hoeken van de ruimte voordat ze naar omhoog kijken. ****************************************************** Zodra Amella haar eerste commando riep verdween Tin-a-Tin. Nu onzichtbaar, ze gebruikt haar favoriet nieuw spreukje en vliegt naar beneden. Templeton trekt ook meteen de juiste conclusie en pakt het zalfje van Urol. Hij breekt het zegel, trekt het ijzeren draadje uit het dopje, en schudt de inhoud van het flesje op zijn linker palm. Koude zilveren lijntjes vloeien uit het glimmend, grijs goedje langs de lijnen in zijn huid en racen zijn armen op. Hij perst zijn rechterhand op zijn linker en wrijft het zalfje tussen zijn palmen. Zijn handen voelen meteen koud aan, en hard. Binnen enkele secondes heeft het spul zijn armen bedekt tot aan de schouders, en het blijft zichzelf steeds verder uitvloeien. Templeton pakt de rail met één hand vast wanneer het koud spul over zijn hart vloeit en trilt terwijl het grijs laagje zijn borstkas bedekt. Het spul blijft uitdijen, klimt zijn nek en bedekt zin hoofd. Onvrijwillig rekt hij zijn nek uit wanneer het zijn keel en kin beklimt, maar het spul spreid zich nog steeds razendsnel uit – naar boven en ook … Hij hapt adem en pakt de rail met beide handen vast als het ijskoude spul onder zijn broekriem verdwijnt. Met zijn ogen dichtgeknepen schreeuwt hij de wind in, “Urol you bastard!!!” Geen tien seconden zijn voorbij en Templeton is veranderd in een donkergrijs versie van zichzelf. Het beschermlaagje voelt koud aan, en naast het feit dat het hem bepantsert, verdooft het zijn hele lijf ook. Toch lijkt het dat hij zich vrij kan bewegen. Hij steekt zijn hand in zijn broek voor controle, krijgt nog een rilling van het hele idee, vloekt en pakt zijn schilden. ****************************************************** Bij Hope staan de zaken wat simpeler. Het schip schudt en hij pakt zijn bijl met beide handen vast. “Wat krijgen we nou?” Hij haalt zijn schouders op en rent voor de ladder naar het dek toe. ****************************************************** Bohairic staat naast Amella wanneer het schip schudt. Hij verzekert zich eerst dat ze het alleen aankan en begint daarna met het casten. Hij denkt snel na, bewust van de druk van de verschillende spreuken in zijn hoofd. ’s Ochtends voor het ontbijten had hij de energieën al geweven en nu hangen ze in zijn hoofd met alleen een gebaar, een focus of een paar woorden nodig om ze helemaal los te laten. “Tja, het is niet voor niks een klassieker…” Hij schudt een stukje zoethout uit zijn mouw en kauwt erop, laat de smaak zijn mond vullen en klapt zijn handen langzaam samen, alsof hij de lucht samenperst. Als zijn handen dichter bij elkaar komen lijkt alles langzamer te gaan. Geluiden rekken uit, de zeilen wapperen steeds minder, en de mensen aan dek bewegen in slow-motion. “En… actie!” Hij roept een krachtveld als schild op en loopt naar voren toe, zijn bewegingen voor anderen nu alleen zichtbaar door een waas van snelheid. ****************************************************** In de hut is Timothy weer kalm. Hij negeert de trollen, met moeite, en richt zijn aandacht op het gat in de romp. Hij probeert een spreuk om het gat te repareren maar het werkt niet als hij had gedacht. De hout probeert zijn oorspronkelijke vorm aan te nemen maar krijgt weerstand van een andere spreuk, die het gat open probeert te houden. Sheler legt haar hand op zijn arm en hij vindt zijn centrum. Het gat verdwijnt en het valt stil – de golven zijn weer buitengesloten! “Ik weet niet of dat lang zo blijft, mevrouw, iets vecht ertegen!” “We eten wat de pot schaft, jongen,” zegt Sheler. De druïde concentreert en begint te gloeien. Fel licht vormt een harnas om haar heen en een grom van ongenoegen komt van beneden, waar de trollen hun handen voor dichtgeschroeide ogen houden. Ze knipperen een paar keer expres, zien de halfling’s en kwijlen. De voorste buigt zijn knieën en springt omhoog! Zijn magere, pezig lijf rekt uit en past met gemak door het luikje. Zijn klauwen grijpen Sheler vast en zinken diep in haar been… en ze lacht. “Ze zijn illusies, Timothy. ZE ZIJN ILLUSIES JONGENS!” De trol snauwt en bromt en valt woest aan, maar voor Sheler glijden de klauwen recht door haar lijf heen. De tweede springt ook omhoog, haalt uit, en wordt genegeerd. Het valt woest aan, klauwend en bijtend, maar de twee halfling’s blijven ongedeerd. Hope en Templeton kunnen ook naar binnen kijken en zien ook door de illusie heen. Op dat moment vervormt de hout in de vloer van de hut! Speerpunten groeien uit de vloer en vliegen op Sheler af, maar ze weet ze allemaal te vermijden! De scherpe puntvormige stukjes hout kaatsten van de muren af en kletteren op de vloer. ****************************************************** Templeton maakt gebruik van de magie van zijn laarzen en rent naar Bohairic toe. “Het gaat écht zoals in die droom, Bo. Nu moet die grote aankomen; ik HOOP dat hij ook illusie is!” “Grote? Grote WAT?” vraagt Amella van het wiel. “Komt wel goed, kap’n!” zegt Bohairic. Hij kijkt naar Skald die klaarstaat om op iets te schieten. “Skald, richt je boog even over de rails daar en kijk of er iets aan de spiegel hangt.” “WAT hangt er aan de spiegel?” schreeuwt Amella. Ze verdeelt haar aandacht tussen het sturen van het schip en angstig over haar schouder kijken. “Verdomme!” roept Skald, en hij lost een schot voordat een enorme klauw de rail vastpakt. “Het schot ging er recht doorheen,” zegt de ranger terwijl een vier meter zeetrol met een pijl in zijn linkeroor aan boord klimt. “Bhaal z’n blauwe ballen!” zegt Amella, haar knokkels wit aan het wiel, “Illusieillusieillusie…”
****************************************************** Timothy richt z’n aandacht weer op de romp waar de balken steeds worden uitgerekt en samengetrokken. Hij gebruikt een spreuk om de magie op de romp te verdrijven en het lukt hem ook! Het geknars van verschuivende balken houdt onmiddellijk op en het schip is weer heel. Bohairic zoekt langs het dek voor de bron van de illusies en gebruikt hierbij een erg krachtige spreuk. Zijn ogen gloeien blauw en hij kijkt het schip na voor magie. Naast zijn kompanen is er ook iets zichtbaars in de hut, naast Sheler en Timothy! Hij ziet het alleen als een soort aura en dit weet hij snel te lezen. Hij weet dat het een wezen is wat krachtiger spreuken kan gebruiken dan hij, maar voor hij er iets van kan zeggen verplaatst de aura zich in een oogwenk. Het wezen moet nu ergens op het dek zijn, bij de grote mast! Hij schiet onmiddellijk een viertal magische pijlen af en deze slaan op het dek in met een reeks flitsen. Er komt verder geen reactie maar hij blijft opties bedenken en verwerpen, op zoek naar de verstopte vijand. Dan komt een vreselijk kraakgeluid van de mast! De hout van de grootste, onderste ra, het dwarshout van de grote mast, rilt en buigt onder een onzichtbare kracht. Haken, klinknagels en alles wat de schoten vasthouden worden door het hout uitgespuugd! Het zeil wappert aan de bakboordkant weg van de ra en Amella schreeuwt tegen de bemanning om het snel te hijsen. De commotie aan dek lokt Sheler en Timothy uit de bak en de twee halflings zoeken de boosdoener. Als Sheler dichter bij de mast komt, barst er een vreemd figuur uit het hout! Het lijkt gemaakt van takken en stukken hout, en heeft de hout vervormd in lange, scherpe klauwen. De voeten van het figuur blijven in het hout van het dek en bewegen er doorheen alsof het hout een slap vloeistof is. Sheler weet de aanvallen te vermijden en dan verschijnt Tin-a-Tin in de lucht achter het houten ding. Ze verschijnt precies achter het hoofd en steekt haar magische dolk precies de schouderbladen in! Haar armband geeft een gouden flits, de dolk zinkt diep in het hout, en Tin zuigt de magische krachten uit het ding. “Vet! Ik kan door hout reizen – en dit ding niet meer!” Ook Hope is blij om een echte vijand te zien. Hij rent op het houtbeest af en springt de lucht in, beide handen boven zijn hoofd en zijn enorme bijl achter hem. Zijn adamantine bijl maakt een halve cirkel en zinkt diep in de romp van het beest. De hele linkerkant van het ding wordt er afgehakt en valt op het dek waar het in stukken uit elkaar valt! Een nieuwe klauw begint meteen uit de nu blootgestelde vlakte te groeien en Sheler neemt haar kans. Terwijl Templeton de lucht in springt, schiet Sheler grote houten pijlen op de houten constructie af. Deze zinken diep in het ding en verdwijnen, zonder dat het er schade lijkt te krijgen. Dan komt Templeton weer naar beneden. Hij eindigt zijn sprong met een salto om elk druppeltje impuls uit zijn duik te halen, en de acht magische punten op zijn schilden hameren als grote spijkers in het beest. Met een doffe knal ontploft het in duizenden stukjes hout die in een cirkel op het dek komen te liggen. De genasi zucht, blij, en buigt om de stof van zijn fantastische springlaarsen af te vegen. In de stilte die volgt heeft Bohairic een aantal antwoorden. “Het verdween niet, dus was het geen houtelemental. Dan moest het een golem zijn geweest – vandaar dat onze spreuken niks deden! En als het binnen het hout zat, kon niemand het dus zien – er was geen scrying. Hè mensen, dit verklaart een…” “KRAKEN!” schreeuwt Tavey van het kraaiennest. ****************************************************** Aan alle kanten barsten tentakels uit het water! De zee schuimt en acht rubberige ledematen reiken naar het schip uit. Achter klimmen twee voedingstentakels nog verder omhoog en deze hebben pijlvormige toppen, bedekt met scherpe, hoornachtige zuignappen. Het verschijnen van zo’n verschrikkelijk beest lijkt geen indruk te maken op de helden. Zelfs Skald blijft koel en lost een schot zodra hij de eerste tentakel ziet. Sheler roept briljant energie op en stuurt dit op de dichtstbijzijnde tentakel af. De huid van de tentakel kookt waar de energie inslaat en wordt zwart. Hope en Templeton wachten op de eerste de beste tentakel die binnen hun bereik komt en de vliegende Tin-a-Tin gaat weer onzichtbaar. Bohairic bestudeert de aanvallende kraken en vergelijkt het met wat hij daarover heeft gelezen. Het gebrek aan littekens en het glimmende huid geeft aan dat het een jongvolwassene exemplaar is, maar verder ziet hij niks wat hem aan bijzondere afweermogelijkheden doet vermoeden. Het is gewoon een veel te grote inktvis wat op hen afkomt! “En in dat geval…” Hij tapt de opgeslagen energie van een krachtige spreuk en schiet een bliksemschicht op een tentakel af. De bliksem slaat in als hij had gehoopt, doet schade aan het beest en laat een spoor achter. ****************************************************** “GEWELDIG! Wat een joekel! Wat een mooie patronen op het huid!” Urol heeft de deur van Amella haar vertrek een keertje open en kijkt met enorme ogen naar de kraken toe. “Echt geweldig, hè jongens?” ****************************************************** De tentakels reiken steeds verder uit het water en komen bij het schip aan. Het dek schudt en de balken schreeuwen als het schip wordt ineens afgeremd door de kraken. Van benedendeks komt een dof gekletter, van omrollende kisten en leeg geveegde tafels. Boven de hoofden van de roep kraakt de tuigage als de zeilen vechten tegen de spierkracht van de kraken. De touwen doen hun best om de stormachtige winden in te houden maar uiteindelijk kunnen ze het niet aan. Bij de grote mast wappert het grootzeil al aan bakboord, en met de kraken erbij vliegt deze aan de onderkant helemaal los! Mary Reid en Anne Bonney, twee van de overgebleven vrijwilligers, springen voor de losse einden van de lijnen. Zweepslagen van de losse touwen slaan op de twee vrouwen in maar ze kunnen geen hand veroorloven om hun gezichten te verdedigen. Mary bukt om een slingerend touw te ontwijken, springt er meteen achteraan, en pakt het met links vast. Een tweede lijn mept haar in het gezicht en ze spuugt bloed en tanen op het dek. Ze bukt weer, onder een grijpende tentakel die de mast net niet haalt, en schreeuwt in pijn en woede! Het schip hang even stilletjes in de lucht, bovenop een enorme golf, en ze maakt de lijn vast. Als het schip weer naar beneden valt gaat ze op haar knieën op zoek naar haar tand. Het dek kantelt van haar weg en ze rolt acrobatisch naar de mast toe, waar ze zittend aankomt. Beter dan naast de rails blijven, in ieder geval. ****************************************************** Zodra de tentakels binnen bereik komen, voordat ze het schip vast kunnen grijpen, pakken de anderen hun kansen. Hope houdt zijn bijl laag en wacht op een dalende tentakel. Net voordat het hem kan pakken stapt hij op het af, onder de tentakel zelf, en zijn bijl vliegt omhoog! Het bijt diep in op ooghoogte en de boog van zijn bijlslag heeft hij perfect afgestemd op de boog in de tentakel. Hij snijdt het in de lengte open voor bijna drie meter en het vliegt weer de lucht in alsof verband! Bloed en slijm gieten uit de opengesneden tentakel en spoelen over het dek en op Hope. “Wuah! Koud!” Hij schudt het van zich af, klappertandend, en rent naar de volgende tentakel. Templeton heeft zijn formidabele krachten op laten voeren door Bohairic en zijn reactievermogen is nu echt spectaculair. Hij voelt zich onverslaanbaar, en met zijn stenen huid en magisch opgevoerde kracht is dit wel begrijpelijk. Hij rent, springt dertig voet de lucht in, en reikt uit met zijn twee puntige schilden naar een dalende tentakel. De acht magische punten van zijn schilden zinken diep in een tentakel halverwege zijn salto en hij gebruikt zijn impuls om ze door de tentakel te scheuren. Lange wonden openen langs de tentakel als de scherpe Genasi weer op het dek landt. Ook deze tentakel sproeit bloed en slijm over het dek en de aanvaller, maar Templeton heeft geen last van de diepzee koud. Tin-a-Tin verschijnt ook weer uit onzichtbaarheid naast een tentakel die de mast probeert te pakken. Onder haar krabt Mary zich uit de weg van de dalende tentakel, maar Tin heeft alleen oog voor de twee voet brede ledemaat, vol met koud bloed, rare klieren, en lekkere, sappige, magische krachten. Ze steekt haar magische dolk diep in de tentakel op het moment dat ze verschijnt en de kraken heeft helemaal geen idee wat het te wachten staat! De zee lijkt meteen rustiger te worden en de wolken minder grijs, terwijl Tin gilt triomfantelijk. Voordat de kraken haar terug kan pakken grijpt ze de mast vast en verschijnt uit het hout dertig voet verderop, buiten bereik van de acht dikke tentakels. Ze lacht en steekt een hand in haar haar, wat overeind staat vanwege de hoeveelheid energie ze heeft gestolen.
****************************************************** Alle tentakels trillen met woede als de kraken ontdekt dat het bepaalde krachten niet meer kan gebruiken. De zee schuimt wit om het schip heen en alle tentakels grijpen het schip vast. Grote stukken van de rails breken af en de tentakels vinden nieuwe plekken om het schip vast te pakken. Terwijl de twee lange voedingstentakels woest op zoek gaan naar Tin-a-Tin gebruikt de kraken de rest om het schip langzaam rond te laten draaien! De masten protesteren en Amella haar stem komt door over alle andere geluiden – strijk alle zeilen! In de verte ziet Tin de andere twee schepen. Ze worstelen met de hevige tegenwind om bij de Wyvern in de buurt te komen, maar met het draaikolken hebben ze nu ook last van tegenstromingen. De Wyvern fungeert tegelijk als doelwit en schild voor de kraken, en Tin ziet een vloekende Avner Meravanchi achter een ballista voordat er weer een regenvlag tussen hun schepen in komt. ****************************************************** De Wyvern heeft een volle cirkel gedraaid voordat alle zeilen gestreken zijn. De masten blijven gelukkig staan, ook al vliegen er overal touwen en lijnen los. Het feit dat het gat in de romp dicht is redt het schip in de eerste seconden van het draaikolken. Met de romp heel blijft het schip drijven en moet de kraken veel meer werk doen om het schip onder water te trekken, veel meer tijd gebruiken. De hoeveelheid spreuken en magische wapens aan boord de Wyvern maakt dit voor de kraken geen goede beslissing. Misschien als Tin-a-Tin die krachten niet had gestolen had het zich sneller bedacht. En hoe het zonder een waarschuwing was afgelopen weet iedereen donders goed ook. De kraken blijft aan het schip trekken, en jaagt alleen op Tin-a-Tin met de twee vrije tentakels. Templeton en Hope snijden steeds meer tentakels open en zodoende verrichten ze veel meer schade aan de kraken dan als ze de tentakels alleen hadden afgehakt. Het beest lekt bloed van meterslange wonden maar weigert het schip los te laten. Sheler schiet brandende sterretjes op het af terwijl Bohairic zijn staf omhoog houdt en een grote vuurbal om de kraken heen oproept. Waar de tentakels erdoorheen steken beginnen ze te branden maar toch blijft het proberen het hele schip onder water te krijgen. Templeton springt van tentakel naar tentakel en laat lange wonden overal achter. Hope stampt heen en weer en hakt genadeloos op tentakels in. En Tin-a-Tin doet de hele tijd haar best om uit de buurt van de lange tentakels te blijven. Op het einde krijgt ze wel een enorme klap van een tentakel wat haar dertig voet omlaag doet schieten. Gelukkig komt ze neer naast de deur van het hutje en ze weet naar binnen te kruipen waar de priester haar kan genezen. Sheler roept een grote vuurkolom op het hoofd van de kraken en het laat d Wyvern los. Het schip houdt plotseling op met draaien en dobbert weer rechtop tussen de golven. Gloeiende inkt verschijnt aan de oppervlakte van de zee en weerspiegelt het licht van de grote vuursfeer. Het schip lijkt nu zelf in een vuurzee te drijven! Templeton weet meteen wat er aan de hand is en springt op het hoofd van het beest af – rechtdoor de vuurmuur heen! Hij negeert de pijn van de vlammen als onder hem de kraken zijn straalaandrijving aanzet! Het kop verdwijnt onderwater als hij nog in de lucht hangt, en een seconde later verdwijnen de laatste uiteindes van de voedingstentakels onder de golven. Templeton heeft in die tijd net genoeg gevallen om de laatste tentakel te kunnen steken, en de snelheid van het beest doet de rest. De voedingstentakel scheurt open en de Genasi raakt het water. Misschien honderd meter van het schip weg dobbert de dode kraken weer op zee, met een lichtblauw hoofd daarnaast. Templeton klimt op het beest en zwaait naar het schip toe. ******************************************************
LOOT
Op klassieke D&D wijze heeft het beest wat PHAT LEWT in zijn maag. Ik weet ook niet precies hoe, hoor! Zullen we gewoon zeggen dat er een aantal nog niet verteerde skeletten in de maag waren, twee met ringen om een vingerkootje heen? Deze twee ringen, één smaragd en één robijn, zijn elk ongeveer 600gp waard. Totaal niet aangetast door het maagzuur is een gewaad, dat later wordt geïdentificeerd – een Cloak of the Manta Ray!



KarakterSpelerXPInfo
Bohairic Tuning 1.700
Hope Pake 1.700
Sheler Vulridir Sr 1.700
Templeton Johan 1.700
Tin-a-Tin Jacco 1.700
Plaats de muis boven het om detail informatie te zien.

Gepost door Jeff op 16 augustus 2008 om 18:27 uur.
Reacties van bezoekers (121 reacties)
JeffJeff
Moet nog een beetje heldendaad-xp invullen. Ik heb het weekend voor het verhaal, denk ik.
Gepost op 14 augustus 2008 om 18:39.
TuningTuning
Ik ben nieuwsgierig naar het verhaal.. leuk leesvoor voor net na het weekend :-D
Gepost op 14 augustus 2008 om 21:29.
JaccoJacco
Lekker, om zo de maandag te beginnen he.

Gepost op 14 augustus 2008 om 21:39.
PakePake
Nice XP!
Gepost op 15 augustus 2008 om 0:10.
JohanJohan
Inderdaad. Nog net niet genoeg om te levelen (-995 XP) maar al wel weer een stap in de goede richting.
Gepost op 15 augustus 2008 om 13:15.
JohanJohan
Wat voor feat zou ik nemen als ik er een level bij krijg? Charge!!
Gepost op 15 augustus 2008 om 13:17.
TuningTuning
De no-trip-while-charging feat?
Gepost op 15 augustus 2008 om 13:30.
JaccoJacco
Ik moet het toch maar eens uitgelegt krijgen hoe je dat deed :D

Gepost op 15 augustus 2008 om 14:39.
PakePake
feat op 7e level?
Gepost op 15 augustus 2008 om 16:03.
TuningTuning
vast een fighter bonus feat? Of van een of andere class? Of hij krijgt extra feet... wat die trip weer kan verklaren ;-)
Gepost op 15 augustus 2008 om 17:40.
Wie zegt wat?
Alleen bij een actieve campagne kun je (indien ingelogd) reacties achterlaten.
© 2003 pepijn
 
Fout spreekwoord
Tijd is geld, en geld is money
 
Agenda
Er is geen speeldatum voor deze campagne
Campagne Top 10
Shackled City Adventure Path
204x gespeeld
Way of the Wicked
136x gespeeld
Savage Tide Adventure Path
109x gespeeld
Opa's campaign
63x gespeeld
Campagne Land van Amn
57x gespeeld
Storybook Hendrik
55x gespeeld
Campagne Channath
53x gespeeld
Kingmaker
49x gespeeld
The drow
43x gespeeld
Calimshan
40x gespeeld
 
Populaire lokaties
Grou
76x gespeeld
St. Anna
16x gespeeld
Wytgaard
11x gespeeld
Leeuwarden
5x gespeeld
Grou & St. Anne
1x gespeeld
 
Overzicht gebruikers
Klik hier als je een overzicht van alle geregistreerde gebruikers wilt zien.