Inhoud Storybook
+ Hoofdstuk 7
+ Hoofdstuk 6
+ Hoofdstuk 5
+ Hoofdstuk 4
+ Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 2
2.1Klote Apen
2.2Kraken Cove
2.3Nader Onderzoek
2.4Terug naar de stad
2.5Bullywugstapelen
2.6Ma Flodder
2.7Verrek! Verroest!
2.8Ondertussen
2.9Ready when you are!
+ Hoofdstuk 1
 
Login
Loginnaam
Wachtwoord
 
 
Registratie
Wil je ook zelf nieuws-berichten, sage advice tips, forum berichten en nog veel meer kunnen achterlaten op deze site? Vraag dan hier een useraccount aan.
Registratie
HOMEPAGE | SAVAGE TIDE ADVENTURE PATH | HOOFDSTUK 2: THE BULLYWUG GAMBIT
Met eigen schip naar SasserineMet eigen schip naar SasserineGespeeld bij/in Grou op 19 dec 2007
(reacties)
“Harliss Javell ben ik, Kapitein Harliss Javell van de Gladde Aal, een schip van de Kraken Society.” De geruchten zijn dus waar – de notoire piratenvloot is wel naar het zuiden aan het uitbreiden. “Hallo,” zegt Hope, “En ken jij Vanthus dan?” Met dat woord schieten haar ogen wijd open in woede, en ze begint te vloeken. Het duurt zeker twintig seconden en Bohairic pakt meteen pen en papier om een aantal nieuwe woorden op te schrijven. Tin vloekt lekker mee, en beschrijft een aantal attributen van Vanthus die Harliss niet mist. Bohairic neemt hem daarna kalmpjes over. “Wij zijn natuurlijk geen vrienden van hem. Eigenlijk hebben we net een bende smokkelaars opgerold in Sasserine, een bende waarvoor hij ook werkte. We zijn hier om hem te vinden en terug te brengen … tenzij hij weerstand biedt natuurlijk.” “En daar rekenen we op.” zegt Hope. Hij heft zijn bijl voor de duidelijkheid. Harliss blijft een moment langer stil, de bewegingen van haar indrukwekkende boezem het enige teken van haar onrust. Zuchtend pakt ze de omgegooide tafel die als barricade net fungeerde, ze zet het weer op de poten en gaat zitten. “Alles wat je hier ziet,” ze wijst naar de chaos in de kamer, “en alle nachtmerries die jullie zonder twijfel zijn tegengekomen onderweg naar mij toe, alles is de schuld van Vanthus Vanderboren! Dat kotsaapje kwam naar me toe, met zijn sloerie, en vroeg om onze koopwaren. Deed alsof hij zo’n zwarte marktlui was, op zoek naar wat bont of schub. Ik zei dat er een schip aankwam met wat exotica voor hem en hij is een paar nachten gebleven. Hij leek een normale gozer, totdat hij een ruim vol walvisolie in de haven dumpte en het in de hens stak. Ik was aan bord de Gladde Aal toen ik die twee pakte, mij aan het beroven! Kan je het geloven? Twee van die lage honden probeerden Kapitein Harliss Javell te beroven? Zo, ik stak hem in de arm met m’n dolk, hij kefte en liet zijn buit vallen. Het was een zwarte parel, één zo groot als een mannenvuist, verdomme! Ik zou een boel geld van dat snuisterij maken ook! Maar toen het viel gaf het een soort kraakgeluid en het barste als een ei. Toen is er een druppel van Vanthus zijn bloed erop gevallen en het begon te trillen en te koken en te flitsen! Vies groen gas begon eruit te spuwen en ik ben bijna gaan stikken! Het gas begon door de hout te branden, alsof het zuur was! Ik pakte het ding, rende aan dek en gooide het zo ver als ik maar kon. Net toen het het water raakte explodeerde het ding! Daarna werd alles … een beetje vreemd. Een groen mist vulde mijn ogen en ik voelde me heel raar, alsof iemand in mijn hoofd was. Iemand … hongerig! En de woede! Woede zoals ik nooit heb gevoeld! En toen was het weer weg! Vanthus was toen ook aan dek, maar wij waren de enige mensen over. Die parel, het heeft iets met mijn mannen gedaan. En met Vanthus zijn meisje ook! Ze waren … bedorven. Vervormd, veranderd, verkeerd. In iets veranderd wat … als je zoiets in een net vond zou je het hele net teruggooien en een nieuwe gaan kopen, want zoiets hoort de zon nooit te zien, snap je? Ik weet niet wat die vervloekte parel was, maar het had zestig mannen veranderd in vleesetende beesten! Vanthus, hij zag wat er gebeurt was met zijn vriendin en de rest – hij sprong het water in om te ontsnappen. Ik sprong er ook in, maar ik zwom de andere kant op, naar het strand. Daar heb ik mijn stuurman, Drevoraz, gevonden – hij had die vervorming ook kunnen tegenhouden, en nog een paar her en der, maar die waren uiteindelijk allemaal een banket voor die freaks! We vochten onze weg de grotten in en zijn daar gaan vertoeven met Kapitein Kigante – de kerel die de grotten voor ons bewaakte. Alleen, Kigante is freakvoedsel nu, een bende van twintig van die klootzakken hebben hem geen twintig minuten geleden gepakt. Ze scheurden hem aan flarden alsof ze haaien waren. En nog iets – volgens mij hebben ze de ziekte in hun snaters ook. De plekken waar ze me hebben gebeten branden nog steeds, en ik denk niet zo snel na, lijkt mij. Maar ja – jullie zijn hierheen gevochten, dat betekent dat er niet zo veel van die dingen over zijn, ja?” “Alleen in de kooien.” zegt Templeton. “Slaven,” zegt Harliss, “Da’s nog één ding wat die Vanderboren mij schuldig is. Heb je enig idee hoeveel geld die waard zijn? Waren? Ik zal die hond leren dat ‘ie in mijn zaken niet moet gaan rotzooien! Ik weet wie hij is, o ja! Ik weet dat zijn familie in Sasserine zit! Ik heb mijn rechterhand Drevoraz gestuurd om jullie maat een lesje te leren. Drevoraz is nu al onderweg naar Sasserine – daar gaat ‘ie voor zijn zus, zijn ouders, en alle andere vrienden en familie zorgen in die stronthoop stad. Bemoei je je met de Kraken Society en we pakken alles van je af. Dat moet je niet vergeten, maatjes.” Bohairic z’n gezicht ging even bleek, maar hij hield zijn stem wel kalm. “Onze maat, zeg je, Kapitein Harliss, ik hoop dat het woord maat een ongelukje was, want – en ik herhaal voor de duidelijkheid – wij zijn geen maten van Vanthus Vanderboren. Ik kan je er ook van verzekeren dat zijn familie in geen ene manier hier in meewerkt. Eigenlijk werken wij voor zijn zus, Lavinia. Zij heft ons gestuurd als vergeldingsactie op haar broer voor de moord van hun ouders. Als je haar kwaad doet zal je Vanthus alleen maar helpen in zijn plan om de familienaam en landgoed zelf te pakken. ” Harliss luistert attent en schudt haar hoofd wanneer hij klaar is. “Ik weet niet waarom, maar ik geloof je wel, jongen, en het spijt me voor de ellende mijn stuurman de Vanderborens zou kunnen verzorgen. Als ik jou was zou ik meteen teruggaan, maar ik twijfel dat je op tijd aankomt. Ik schrijf je een brief voor Drevoraz als je hem vindt. En als je Drevoraz tegenkomt, stuur hem terug naar mij levend!” “We doen ons best, Kapitein.” zegt Templeton. “Zou je ons iets kunnen geven dat hij zou herkennen – dan weet hij dat we met jou hebben gesproken.” “Ik zal hem een briefje schrijven en mijn zegel erop zetten. Heb je papier, jongen?” Papier heeft Bohairic in overvloed, en het briefje wordt geschreven en verzegeld. De tovenaar zet het in zijn waterdicht tasje en stopt het in zijn rugzak.

************************************************ Desondanks herhaalde pogingen wil de kapitein niet naar Sasserine. Ze heeft geen zin in mensen die haar willen aanhouden en wil zo snel mogelijk terug naar haar opdrachtgever om erachter te komen wat voor gevaarlijke lading ze op haar schip had. Ze hoeft niet mee met de party en weet zelf een plek waar ze opgehaald kan worden. De party gaat terug naar het strand, waar het vuur inmiddels gedoofd is. De Gladde Aal, die tegen de rotswand geworpen was, is opengebroken en halfgezonken. De andere bootjes zijn ook niet te redden, op één na. Verder uit, aan het rif geankerd, drijft een karvel. Dit schip lijkt vrijwel onbeschadigd en is dus interessant voor de mensen die op zoek zijn naar geld en dure voorwerpen. Niemand aan bord beantwoordt het geroep van de groep en Templeton zwemt naar het schip toe. Hij klimt snel aan bord, zoekt een touw en maakt deze vast. Enkele minuten later staat iedereen aan dek, waar er een vreselijk gevecht heeft plaatsgevonden. Schroeiplekken geven aan waar geïnfecteerde piraten zijn gedood, en bloed en verminkte lijken vertegenwoordigen hun tegenstanders. Beneden is het hetzelfde verhaal, maar toch valt er wat te redden. Wapens, zijde, porselein, een klein beetje geld – alles wordt verzameld. Bohairic en Sheler inspecteren het schip, de Zeewyvern, en durven vast te stellen dat ze het kunnen zeilen. Bohairic zal wat magisch hulp moeten oproepen om touwen en trossen vast te maken maar als het weer meevalt, zal het mogelijk zijn. Hope blijkt ook de nodige kennis te hebben en heeft ook kracht genoeg om het stuur te nemen. Terwijl de magiërs hun spreuken leren gaan de twee vechters terug naar het strand om te kijken of er nog wat te redden is. Ze komen terug met zijde, hout en goed ingepakte fruit. Uit de grotten halen ze een paar kisten vol wapens voor de verkoop. ************************************************ De volgende ochtend is het tijd om Templeton te genezen. Sheler heeft de hele avond gebeden en Shaundakul heeft haar een machtig nieuw spreukje gegeven, dat haar ziektes laat genezen. Samen met Bohairic inspecteert ze de zweren en botsporen in de arm van de Genasi, een proces dat hij niet leuk vindt. Het wordt bijna ruzie maar hij kan zich nog beheersen. Hij slikt eerst een toverdrankje en voelt zich wat rustiger. Daarna wordt zijn gemuteerde arm door Bohairic met verschillende chemicaliën bestrooid en begint Sheler te bidden. Ze zwaait en vraagt Shaundakul om de ziekte uit haar vriend te nemen, dat hij weer veilig op reis mag. De geuren van de bos vullen de hut en een groene gloed vormt tussen Sheler haar handen. Ze houdt haar handen boven zijn arm en het gloed valt naar beneden, waar het naar binnen verdwijnt. Meteen voelt Sheler weerstand en ze moet een toekijkende Hope vastpakken om op haar voeten te blijven! “Shaundakul sta me bij!” gilt de halfling, en haar nagels bijten diep in Hope zijn arm. Ze begint te mompelen in een jammertoon, en de temperatuur in de hut zinkt tien graden in een halve seconde. “Ogen, ogen in de duisternis, boos, boos, ze kijken, nee, NEE! Weg van mij! Weg van mij! Shaundakul, neem mijn hand, het is hier koud!” Zweet breekt uit op haar hoofd en haar nagels bijten zo diep in Hope dat zijn arm begint te bloeden. En dan is het voorbij. De hoornachtige sporen zakken in elkaar en verdwijnen weer binnen zijn arm. De zweren drogen uit en laten alleen kleine littekens over. Seconden later ziet het er redelijk normaal uit en Templeton houdt alleen de littekens, wat hoofdpijn en de nare herinneringen over. Hope maakt een hoestgeluidje en Sheler kijkt naar hem, verbaasd. “Wat is er? Je arm! Wat de…? Allemachtig! Ik moet even zitten, jongen.” Hope heft een wenkbrauw en kijkt naar beneden, waar Sheler zijn arm nog steeds vast heeft. “Oh! Sorry!” Ze schudt haar hoofd, laat zijn arm los en gaat zitten. Buiten hoort iedereen de golven en de meeuwen weer en Tin-a-Tin gooit de deur open. De hut wordt weer een normale temperatuur en de frisse lucht maakt alles weer goed. ************************************************

Bohairic pakt de kaarten van de baai en vergelijkt ze met wat hij kan zien. Het weer is goed, de wind licht en vanuit het oosten – perfect voor een tochtje naar Sasserine. Samen met Sheler bepaalt hij een koers terwijl de anderen alles vast maakt wat loszit. Op de zeilen treffen ze schilderijen van een enorme blauwe wyvern, wat het schip wel herkenbaar maakt. Bohairic roept een aantal onzichtbare wezens op, geeft ze matrozenpetjes, en stuurt ze de masten op. Met Hope achter het stuur, Sheler en Templeton met touwen bezig, Bohairic als navigator en Tin in het voorste kraaiennest kan het grote driemaster weer de zee op. Met hun eigen boot slepen ze de Wyvern tot aan de open zee. Dan maken ze het bootje vast en zijn de rollen omgedraaid. Het vaart als een droom en iedereen krijgt een vreemd gevoel, trots en geluk in een. Het wordt een gezellige zeereis, Bohairic laat zijn onzichtbare hulpjes in petten alle sporen van bloed en zuur schoonmaken en het schip is heel erg schoon voordat ze in de buurt komen van Sasserine. De Zeewyvern blijft twee dagen op zee en hoeft alleen op het tij te wachten om op 20 Mirtul vroeg in de ochtend aan te komen. Het eerste wat ze zien zijn de enorme slingers tussen de twee eindstukken van de oude brug. Groene en gouden vlaggen hangen overal in de haven en het water wemelt van de kleine boten – ook met vlaggen op. Het is niet eens zeven uur en het lijkt alsof de hele stad wakker is, en halfdronken! ************************************************ Wormval Festival! Vorig jaar heeft een oeroude demigod, Kyuss, geprobeerd de wereld te veranderen in een wereld van ondoden, met behulp van ketters in dienst van Bane, Bhaal en Myrkul. Zijn plannen werden op het nippertje om zeep geholpen door avonturiers uit Waterdeep, maar niet voordat een regen van gevaarlijke groene wormen over de hele wereld was gevallen, en duizenden in ondoden waren veranderd. De Dageraad hadden voorgesteld om 20 Mirtul een dag van herdenking te houden, maar dit werd anders opgevat door de burgers van de stad.
************************************************ Met behulp van een loods worden ze naar de kade geslepen, naast de Blue Nixie. Een discussie met de juiste mensen bij de douane wordt gevoerd en de ruim wordt geïnspecteerd en op slot gezet tegen de tijd dat Lavinia daar verantwoordelijkheid voor neemt. Het schip zelf wordt voorlopig in haar naam geregistreerd – als geborgen schip is het in principe eigendom van de mensen die het hebben geborgen, maar deze eigenaren moeten een adellijke sponsor hebben om het schip in Sasserine te registreren, en een kapitein benoemen. Dit gaat niet gebeuren op een feestdag – alles gaat gewoon op slot. ************************************************ “We zijn ongelofelijk snel terug – die Drevoraz zal dat niet kunnen evenaren, zeker niet te voet door de moerassen heen! We moeten Lavinia waarschuwen, en snel rondvragen of iemand iets van hem afweet, of al heeft gezien. We weten het toch nooit. We moeten erachter zien te komen wat hij gaat doen – wil hij Lavinia ruineren misschien, of gewoon aanvallen? En we moeten dit allemaal proberen terwijl de helft van de stad dronken is en de andere helft … ook dronken is.” Bohairic neemt een adempauze met perfecte timing, een watertaxi vol vroege slempers vaart al toeterend langs. “Ik ga naar Lavinia toe,” zegt Templeton, “Ik ga gewoon onderwater daarheen – het lijkt me de kortste klap.” “En ik ga naar die weeskinderen bij Fishback Lane in de Merchant’s Kwartier...” zegt Sheler. “Ik ga met je mee,” zegt Bohairic, “en dan gaan we ook richting Lavinia.” “Ik ga ook die kant uit,” zegt Hope, “Ik ken een paar mensen die daar in de buurt drinken, die hebben misschien iets gehoord. En met alleen wijn aan bord ben ik aan een glas bier toe!” “Dan ga ik naar Shadowshore,” zegt Tin, “…om daar wat meer over die half-orc piraat te ontdekken. Als Kapitein Javell niet in de stad komt, moet hij het voor haar doen – dan kent iemand hem wel. Ik zie jullie over een uur of zo bij Lavinia – ik zou twintig minuten zeggen, maar met al die mensen op straat gaat dat echt niet lukken!” “Ik vraag Kora om de ijsthee klaar te zetten!” Templeton springt het water in en verdwijnt onder de boten. ************************************************

Templeton blijft onder water tot in de buurt van Huis Vanderboren en loopt, nat, naar de poort. Er is niemand bij de poort en hij loopt verder naar de deur en klopt. Niemand doet open. Hij klopt weer en de deur opent. In plaats van Kora of een bediende ziet hij een groenbruin kikkerachtige figuur die een enorme knots op zijn hoofd hamert! Voordat hij kan reageren is de deur nog verder opengetrokken en dan komen er nog twee grote knuppels op hem af! Deze maken ruimte voor meer van die kikkerwezens en deze halen ook uit. Duizelig en geschrokken, Templeton roept naar binnen. “Drevoraz! Hou je mannen tegen! Harliss heeft me gestuurd!” Hij trekt de deur dicht en pakt een potion. Hij houdt de deur dicht, drinkt de potion en roept weer om Drevoraz. Hij is weer genezen, maar toch wordt hij boos. Zodra die kikkermensen, bullywugs, de deur open krijgen gaat hij los. Dertig seconden later liggen vier bullywugs dood op de vloer. Dieper in het huis hoort hij iemand “Alarm!” roepen en dan moet hij wijken voor twee vliegende bijlen! Bullywugs komen van twee trappen in de gang maar deze zijn ook snel dood. Templeton roept weer om Drevoraz en gaat verder het huis in. In de tuin vindt hij dode bullywugs en bloedsporen overal. Ook ligt er een grote, dode das – de dierenmetgezel van de druïde uit de Jade Raven misschien. Aan de overkant van de tuin loopt de Genasi de privé eetzaal binnen, en dan moet hij weer schrikken. Een hele grote bullywug met vrouwelijke trekjes en een enorme sigaar – van de verzameling van Lavinia haar vader – zit op een leren stoel, met een onderbroek op haar hoofd. Voor haar zijn zes van die bullywugs, en achter hem hoort hij ook voetstappen. ************************************************
Tin stapt uit de watertaxi en betaalt. In plaats van drie minuten had het zeker tien geduurd – veel te druk op het water. Ze loopt richting de kroeg om haar contacten te zoeken en net voordat ze binnenstapt, hoort ze een gil! “Help! Kijk uit!” Een praalwagen met een grote groene worm op, met twee rokende, brandende lantaarns voor ogen, rolt van de heuvel op haar af! De wagen is misschien twintig meter weg, en zal de drukke kroeg rammen in niet meer dan twintig seconden! ************************************************ De andere drie lopen de haven uit en de menigte in. Overal mensen! Zangers, gitaarspelers, tovenaars met leuke spreukjes – iedereen is nu al aan het feesten. Hope loopt voorop om ruimte te maken, met Sheler achter hem en Bohairic laatst. Samen wurmen ze langzaam door de menigte. Steltlopende jongleurs vermaken het publiek met hun kunstjes – lekker zichtbaar in de lucht – slimme jongens! Ze zijn met brandende flesjes olie en scherpe messen aan het jongleren, wat voor het nodige applaus zorgt. Tussen de steltlopers in danst een vrouw in een zwarte pak met een skelet op – ze springt steeds tien voet de lucht in en maakt ongelofelijke salto’s. Hope stopt – hij heeft een vreemd voorgevoel. “Ze omsingelen ons!” De steltlopers zijn heel toevallig de groep aan het omsingelen maar Hope zijn instincten hebben ze gered! Bohairic maakt zich klaar voor magie wanneer hij een zachte stem in zijn linkeroor hoort. Het is die danseres, achter hem! “Madame Kellani doet jullie de groeten!”



KarakterSpelerXPInfo
Bohairic Tuning 775
Hope Pake 775
Sheler Vulridir Sr 761
Templeton Johan 775
Tin-a-Tin Jacco 775
Plaats de muis boven het om detail informatie te zien.

Gepost door Jeff op 20 december 2007 om 10:14 uur.
Reacties van bezoekers (26 reacties)
JeffJeff
En ik denk dat het voor mij makkelijker is met drie locaties dan vier - die steltlopers hebben jullie aangepakt toen Hope, Sheler en Bohairic net uit het havengebied lopen en voordat Hope de volgende kroeg induikt. Kan iedereen daarmee leven? :-)
Gepost op 20 december 2007 om 10:22.
TuningTuning
Geen bezwaar van mijn kant...
Gepost op 20 december 2007 om 12:05.
JaccoJacco
eh ja tuurlijk :D
Gepost op 20 december 2007 om 13:43.
JohanJohan
Nee hoor, geen bezwaar tegen.
Maar ik sta er nog steeds alleen voor. :-)
Tegen 6 van die kikker koppen en een kikker koningin die veel groter en sterker is.
Gepost op 20 december 2007 om 14:38.
JaccoJacco
He? en ik dacht, die is blij!

Gepost op 20 december 2007 om 15:39.
JaccoJacco
Goed, nu weet ik ook wie het papiertje heeft.. ik zat te twijfelen tussen Bo en Temp.

Gepost op 20 december 2007 om 15:49.
JeffJeff
Ja, het was een beetje op het laatste moment, want ik zocht een mooi moment om naar de anderen over te gaan en op het eind ging het te snel om erover na te denken. Ik leer ervan en ik zet het zo in het verhaal dat de verwarring weggaat en een nieuw herinnering gecreerd wordt. Over een jaar zal iedereen beweren dat het altijd zo was! Ik was voorbereid op alles behalve drie aparte groepen :)
En Templeton vindt dit geweldig, dacht ik :-) Ook al heb ik een beeld van Han Solo die achter die stormtroopers aan rent in de eerste Star Wars, totdat er om de hoek twintig zijn.
Gepost op 20 december 2007 om 16:23.
JeffJeff
Als je kijkt naar de nodige xp bij Sheler ben ik niet meer evil.
Ik moet nog even uitrekenen hoe ik het in Sasserine ga doen - Templeton loopt voor, ook qua tijd.
Gepost op 20 december 2007 om 21:41.
JohanJohan
Templeton vermaakt zich prima hoor. Gaat het vrouwtje in het kasteel redden. :-)
Nog even een paar van die glibberige kikkers slopen...
Ben alleen een beetje bang voor TBD (Templeton Bane Dice) van de DM. :-)
Gepost op 22 december 2007 om 15:16.
JohanJohan
Maar dat is voor volgend jaar om je zorgen over te maken.
Gepost op 22 december 2007 om 15:17.
Wie zegt wat?
Alleen bij een actieve campagne kun je (indien ingelogd) reacties achterlaten.
© 2003 pepijn
 
Fout spreekwoord
Wie de duivel op de staart trapt krijgt een trap terug
 
Agenda
Er is geen speeldatum voor deze campagne
Campagne Top 10
Shackled City Adventure Path
204x gespeeld
Way of the Wicked
136x gespeeld
Savage Tide Adventure Path
109x gespeeld
Opa's campaign
63x gespeeld
Campagne Land van Amn
57x gespeeld
Storybook Hendrik
55x gespeeld
Campagne Channath
53x gespeeld
Kingmaker
52x gespeeld
The drow
43x gespeeld
Calimshan
40x gespeeld
 
Populaire lokaties
Grou
76x gespeeld
St. Anna
16x gespeeld
Wytgaard
11x gespeeld
Leeuwarden
5x gespeeld
Grou & St. Anne
1x gespeeld
 
Overzicht gebruikers
Klik hier als je een overzicht van alle geregistreerde gebruikers wilt zien.