Links van de ingang splitst de tunnel in een T. Tin-a-Tin ziet een bloederig handafdruk aan de muur ' een menselijke en nog vers ook.
"Misschien van Nahwahni" zegt ze, bezorgd.
Tecuhtli oppert een snel gebed in zijn eigen taal.
De linkerpad weergalmt met de geluiden van het graven van Bohairic en ze nemen snel een kijkje naar rechts. Hier vinden ze een oud skelet om de hoek. De botten zijn vergeeld en de armen zijn vastgeketend aan de muur met verroeste handboeien. Naast het skelet zijn tekens zichtbaar aan de muur, met een steen geschreven.Tecuhtli vertaalt,
"Het is in Olman geschreven, de taal die jullie Mazticaan noemen. Het is wat verstrooid, 'Geen uitweg. In de jungle is het allemaal pijn en lijden. Ik hoop op een snel einde. Dan neemt de havik mij weg uit dit vervloekt plek. Ik smeek hem om me mee te nemen voordat ik naar het altaar van de tweegezichtige gebracht wordt. Er is geen derde optie.'"
"Daaronder zijn er nog een aantal woorden... kannibalen, honger en uit."
Tecuhtli besluit om zich hier verschanst te houden. Hij wil niet dieper in de Tempel kijken, en misschien wordt Nahwahni hier ook geketend. Dan zou hij hem kunnen bevrrijden.
Hij gaat naar buiten en smeert zijn huid in met modder. Daarna bedekt hij zich met stof en steentjes van Bohairic zijn graafactie om zich zo gecamoufleerd te verstoppen.
Tin en Templeton wensen hem geluk en verkennen de linkergang. Er komt snel een vork in de tunnel. Links sluit het aan bij de rotsval en rechts loopt een nauwe gang veilig om de val heen. In deze gang vinden ze Nahwahni zijn kleren en wapens. Ze besluiten om ze zo te laten liggen, voor het geval dat de demonen hier terugkomen.
Iets verderop sluiten ze aan bij de rest, waar ze alles snel bespreken voordat ze dieper in de heuvel lopen.
De tunnel lopt naar beneden en een druppeld geluid wordt herkenbaar. Om de hoek veranderen de ruwe muren in bewerkte, donkergrijze stenen muren. Een twintig voet lange gang eindigt in twee bronzen deuren, elk ongeveer acht voet hoog. De deuren zijn gegraveerd met scènes van allerlei demonische reptielen en aapachtigen, die mensen martelen. De handvaten zijn puntige, rode tongen die lijken uit de monden van twee demonen te steken. Links en rechts van de deuren staan stenen standbeelden van gorillademonen, bar-lgura zoals Olangru en zijn wijfjes. Deze staan in nissen en een rood vloeistof druppelt van hun uitstekende tongen op de grond, waarna het verdwijnt.
"Niet zeggen!" fluistert Sheler.
"Volgens mij komen die dingen straks tot leven." zegt Templeton.
"Ik zei toch..." zegt Sheler, en ze tovert gelijk haar Beast Claws te voorschijn.
Bohairic bekijkt de gang met zijn Arcane Sight,
"Abjurationmagie op de deuren, en krachtig ook. Illusie op de beelden... het bloed is nep. En die beelden op de deuren zijn scènes uit het Abyss denk ik."
Tin onderzoekt de beelden van dichterbij, klaar om weg te springen als iets beweegt.
"Ik kan het bloed zelfs ruiken!" zegt ze.
"Dat is behoorlijk sterk magie." bevestigt Bohairic.
"Er zijn ook teksten hier geschreven," zegt Tin, "Kan jij ze lezen, Bo?"
Bohairic komt voorzichtig dichterbij. Nu is iedereen in de buurt van de standbeelden. Templeton zet zijn schilden schrap, Hope heeft zijn bijl klaar. Sheler besprenkelt haar stok met roet en kalksteenpoeder uit kleine zakjes en mompelt iets.
"Nu is het een magisch stokje. Misschien maakt dat wat uit."
Alleen het druppelen van het bloed is te horen in de nauwe gang. Bohairic komt dichterbij de teksten, en de schaduwen geworpen door zijn koplamp bewegen aan alle kanten. De beelden lijken te groeien.
"Boh..." zegt Hope, en hij maakt een hand los om de tovenaar uit de weg te rukken.
De beelden blijven beelden en Bohairic inspecteert de teksten die Tin heeft gevonden. Op de vloer naast elk beeld staat er iets, en ook voor de deur op de grond is er een.
"Ik kan ze niet lezen. Het zijn teksten in het Abyssaal. Wacht even."
Hij bestrooit de teksten met roet en zout en spreekt een spreukje uit.
"Links staat er, 'Geef van je linker.' Rechts staat er, 'Geef van je rechter.' Bij de deuren staat er, 'Offer het goede op.' Interessant. Als je wist wat het betekende zou het vrij duidelijk zijn, toch?"
"Flauwekul allemaal!" zegt Hope, "Even kijken..."
Hij snijdt in zijn duim en druppelt het bloed over de twee tongen. Ze bewegen, slangachtig, en het bloed verdwijnt. De deuren blijven dicht.
"Sheler, volgens mij moet jij..." begint Tin, "O nee, wacht eens even!"
Ze pakt de twee tongen vast en ze bewegen in haar kleine vuisten. De twee punten van de tongen steken in haar handpalmen en met moeite blijft zij ze vasthouden. Plotseling draait ze de twee tongen tegelijk naar boven toe, en geeft ze een duw. De deuren glijden geluidsloos naar binnen.
Ze laat de deuren los en kijkt naar haar handen. In elk handpalm is een kleine, witte litteken.
"Gadver!"
*****************************************************
Sheler rolt haar lampje naar binnen en Hope loopt er achteraan. De kamer achter de deuren is een en al bloedvlekken op donkergrijs steen. Bij de achtermuur staat een groen rotsblok, zeven of acht voet breed, met twee zwarte kaarsen erop. Bohairic zegt dat hij dit soort steen nooit eerder heeft gezien. Het altaar, want het kan niets anders zijn, is ook een en al bloedvlekken. In de linker en rechter muur zijn alkoven, met in elk een groene stenen troon. Tussen elke troon en het altaar staat een wazige spiegel in een gietijzeren lijst. De lijsten zijn in de vorm van demonen met aap- en reptielentrekjes. Hope deinst terug van het altaar en staat middenin de kamer met een hand over zijn buik.
"Viessterke magie hier!"
Templeton en Sheler houden de standbeelden in de gaten terwijl Tin de kamer grondig onderzoekt. Bohairic, zijn ogen gloeiend, vloekt binnensmonds.
"Het altaar, de tronen, kaarsen en spiegels... allemaal artefacten!"
Na vijftien minuten is Tin-a-Tin klaar met haar onderzoek. Ze heeft geen geheime gangen, deuren of vakken gevonden - en ook geen vallen. Bohairic heeft de magie in de kamer kunnen onderscheiden, en ziet
"Abjuration, Evocation, Necromancy, Transmutation en Conjuration - allemaal op artefactniveau."
Hij kijkt iedereen aan,
"Oppassen hier, hè?"
Tin denkt hardop, "Goed bloed op het altaar misschien? Sheler...Tempeleton? Julie zijn wel dan de principes... heeft een van jullie zin om wat op te offeren? En Sheler, waarom kom je niet naar binnen? Als wij plotseling iets doen en die deuren dichtslaan willen we niet dat jij buitenblijft."
Sheler blijft toch liever buiten en Tin en Templeton moeten haar half duwen en half slepen naar binnen. Tegelijk kletsen ze door met overtuigende praatjes."
Vervolgens wordt van alles geprobeerd om een respons van de kamer uit te lokken. Tin veeg bloed van de vloer met een sok en smeert het op het altaar. Niks gebeurt. Ze steekt de kaarsen aan en de zitten van de tronen vullen met plassen bloed.
"Jakkes!" zegt Tin, "Het is nog warm ook!"
Sheler zet haar gloeiend harnas aan en het felle licht werpt scherpe schaduwen op de muren. De hoeveelheid bloed in de kamer wordt overduidelijk zichtbaar en valt niet mee.
Tin rent naar de tunnel en komt terug met een steen. Ze dept het in het bloed van de troon en laat het op het altaar, gevolgd met een gouden muntje. Niets gebeurt.Sheler roept water uit de lucht en laat het op het altaar vallen. De kaarsen vallen om en gaan uit, en het bloed verdwijnt van de tronen.
"Aha!"
Templeton steekt de kaarsen weer aan,
"Ze zijn alweer droog..."
en de tronen vullen weer met bloed.
"Ik hoop dat het niet allemaal uit Ti-"
"Zeg dat niet!" zegt Sheler, "Lugubere gedachtes heb jij!"
Hope duwt de deuren zo ver mogelijk open en Tin stuurt iedereen de gang in,
"Even iets proberen..."
Ze schiet een straal ijs op een troon en maakt een trekgebaar.
"Niks! Of... gewoon te sterk om te jatten."
Terwijl Sheler en Templeton de spiegels bekijken, duwen, trekken en proberen te draaien snijd Tin in haar vinger. Ze laat het bloed op een troon vallen en blaast de kaarsen uit. Al het bloed verdwijnt van de troon behalve een druppeltje van haar eigen bloed.
"Interessant, maar ... wat betekent het?"
Niemand weet iets en Sheler steekt de kaarsen weer aan.
"Ik doe dit alleen voor Timothy..." en ze gaat op een troon zitten.
"Yech! Vies, nat, warm..."
Ze springt uit de stoel. Haar gewaad heeft het bloed opgezogen en rode druppels lopen langs haar benen. Ze gaat weer zitten.
"Even kijken... is dat een silhouette? Een wezen?"
"Waar?" zegt Tin, en ze klimt in de andere stoel.
"Gadverdegadver! Yech! Ble! Nat! Vies! ... o ja - ik zie het ook!"
Niemand in de groep weet waar ze het over hebben, maar van hun blikken kunnen ze afleiden dat er iets in de spiegels te zien is. Templeton en Bohairic kijken achter de spiegels en proberen in ze te kijken, maar het baat niets. Tin klimt uit haar stoel en loopt naar de spiegel tegen over haar. Bloed loopt langs haar benen en laat een spoor achter op de grond, net zoals al de andere sporen. Ze kijkt in de spiegel, draait zich om, en drukt haar kont tegen de gepolijste steen.Op het moment van contact verandert Tin-a-Tin. Haar haar wordt wild en zit niet meer alleen op haar hoofd maar ook op haar handen en gezicht. Haar tanden zijn lang en scherp; haar nagels ook. Ze neemt een houding aan van een primitieve jager; lange oren gespitst, schouders hoog en nek laag. Tegelijk verschijnt een spiegelbeeld van de echte Tin-a-Tin in de ijzeren spiegel. Deze hamert in stilte tegen de binnenkant van de spiegel.
Het veranderen gebeurt instantaan, en voordat het bij iedereen doorgedrongen is heeft de evil Tin al twee spreuken geopperd; de eerste een Haste en de tweede Invisibility. Ze is al verdwenen wanneer Sheler uit haar stoel vliegt en dwars door het plekje waar Tin stond rent, armen gespreid. Templeton en Hope reageren ook snel. Hope smijt de deuren dicht met een knal en de Genasi schudt zijn schilden van zijn schouders naar zijn handen toe. De rechter schild gooit beide kaarsen omver en ze gaan uit.
Bohairic staat bij de linker troon en zijn ogen gloeien blauw. Hij ziet Tin ook niet, maar merkt wel hoe de onzichtbaarheidspreuk zich verplaatst... achter hem de alkoof in! Hij springt uit de weg, draait zich om, en vist een gloeiend kristallen staafje uit een tasje. Hij wappert met het staafje en een patroon aan gloeiende, lichten verschijnt in de alkoof; hetzelfde hypnotiserend patroon dat de raptors gefascineerd had. Tin-a-Tin verschijnt in de lucht boven Bohairic, duidelijk niet gebiologeerd door de lichten, en steekt haar mes in zijn schouder. Het licht in Bohairic zijn ogen gaat uit, en gaat bij Tin-a-Tin weer aan. De evil Tin begint een spreuk en krijgt Bohairic zijn staf in zijn gezicht. De klap onderbreekt de spreuk en de evil Tin moet opnieuw beginnen. Zij verdwijnt pas als Sheler, Hope en Templeton aankomen - en allemaal in de lucht zwaaien met hun wapens.
Geen één weet de slechte Tin te vinden, en Bohairic mompelt en gebaart. Een donker energieveld verschijnt om zijn hand heen en hij zwaait om zich heen,
"Als ik het raak, dispel ik de magie..."
Een geluid bij het altaar wekt Sheler haar aandacht, maar blijkt een afleidingsmanoeuvre te zijn. De evil Tin is weer ontsnapt. Hope gaat naar rechts toe, Templeton naar links. De Genasi probeert de lucht in het gebied van de linker troon, tevergeefs. Hope blijft een beetje centraal - als hij te dicht bij de spiegel of troon komt, krijgt hij barstende koppijn.
Voorzichtig en met zijn linkerhand trekt Bohairic een scroll uit zijn scrollriem. Het is geen halve meter tekst, uitgeschreven en opgerold zoals in de verhalen. Het is gewoon een vierkant velletje met drie tekens erop. Alle energie van de spreuk zit al in het papier en in het inkt, al die langdradige formules zijn al lang uitgesproken. Bohairic leest de drie runes op en de energie is bevrijd. Z'n ogen flitsen en hij kijkt naar links en omhoog,
"Daar ben je!"
Templeton is nog steeds bezig met de lucht in de buurt van de troon, en Sheler bij het altaar. Hoep is wat dichterbij Bohairic en draait zich snel om.
Zodra Bohairic een blik van herkenning vertoont begint evil Tin een aanval. Ze steekt hem in de schouder en verschijnt ook weer gelijk uit onzichtbaarheid. Boahiric negeert de pijn en pakt haar bij de schouder waardoor de energie om zijn hand in haar ontlaadt. De bewegingen van de nep-Tin vertragen gelijk en Bohairic ziet de bijl van Hope omhoog gaan achter het demonische halfling. Ze schudt en hoest gelijk bloed . Het druppelt uit haar neus en mond en Hope schudt haar lijk van zijn bijl af op de vloer. Ze zweeft echter langzaam naar beneden en Sheler pakt haar bij de schouders. Ze drukt haar tegen de spiegel waar de echte Tin-a-Tin nog steeds opgesloten is. De leuke Tin probeert de lijf van haar dubbelganger te raken maar tevergeefs.
"In de naam van..." zegt Templeton, "Ik doe het wel!"
Hij pakt het bewusteloos lichaampje van Sheler af en smijt het neer op het altaar. Met een dolk snijdt hij haar keel door en haar lijk smelt in zijn handen weg. Er blijft alleen water over. Templeton ruikt aan zijn handen,
"Zout..."
Wat gekletter van rechts geeft aan dat Tin-a-Tin bevrijd is van de spiegel, en op de grond ligt. Ongedeerd. De oppervlakte van de spiegel is donkerder geworden, en lijkt een zwart gat in de lucht te zijn geworden, met bewegende lichtjes in. Een beetje zoals een tunnel met wat losgelaten glimwormen in.
Bohairic, Tin-a-Tin en Sheler herkennen het tegelijk,
"Een portal!"
|