***************************************************************************************
Na het veldslag plunderen de bugbears de Vale en het dorp Sanctum. Veel burgers worden afgeslacht voordat de aandacht gericht wordt op loot. Het is snel duidelijk dat zo goed als alle soldaten gesneuveld zijn voor hun kerk, hun thuis en de burgers. Er zijn bijna 2000 gevangenen.
De burgemeester, Timon Lotte, knielt aan jullie voeten,
"O machtige, vreselijke Heren - wij geven ons over. Het stadje Sanctum en de Vale of Valtaerna is van jullie. Ik smeek u, laat de vrouwen en kinderen uit die kooien. Ze zijn geen dreiging voor jullie. Spaar ze en met de Lente zullen ze verhalen van jullie vreselijke macht en ontzagwekkende overwinning tot elk hoekje van Talingarde verspreiden. Iedereen zal jullie vrezen." De man tettert door, “Sommige dames hebben ouders van aanzien, ik kan brieven schrijven… ja, ja, ik zal brieven schrijven. Losgeld – dat spreekt u vast aan. Ik zal meteen beginnen, heren – met uw toestemming kan ik er voor zorgen…”
“Je praat te veel.” zegt Rook.
Hij knikt naar Onyx en maakt een handgebaar. Een ijzige dolk vliegt vanuit de andere kant van de zaal en doorboort de keel van de burgemeester. Die hikt, grijpt naar zijn keel en pakt een …ijspegel?...vast. Deze verdwijnt, en hij heeft alleen nog koud water in zijn handen, dan heet bloed. Hij zakt op zijn knieën en valt voorover in een groeiende rode plas.
Licère zucht. "Moest dat nou?"
Rizzen mengt zich ook snel, "Ik had hem kunnen ondervragen - binnen vijf minuten had hij zijn moeder aan ons overhandigt. Nu moeten we iemand anders vinden die wat van de Vale afweet. Die vlammen vinden zichzelf niet."
Licère kucht, "Hij kan nog steeds praten, heren. Hij is alleen maar dood. Het gaat alleen tien minuten kosten nu."
Hij gaat aan de slag - tekent een cirkel om de lijk heen, steekt kaarsen aan, schrijft arcane tekens om de rand van de cirkel en stapt naar binnen. Hij staat voor het hoofd van de burgemeester en concentreert. Seconden later begint de lijk te trillen. De handen gaan op de grond en de armen strekken, dat het hoofd omhoog komt.
"Ah, burgemeester, je had ons te snel verlaten." Licere glimlacht.
De lijk schudt het hoofd en spuugt bloed in de richting van Licère, "Vervloek... je... plunderaar!" en zodoende zakt het weer in elkaar op de grond.
Licère drukt zijn lippen samen, fronst en zucht. "Gaat wat langer duren zo."
*************************
Een beuk op de deur kondigt de twee leidinggevende bugbears aan - Shakkaroth Night-Mane en Hekkarth Head-taker. Ze mogen praten.
"We hebben duizenden gevangenen die nog dood moeten." begint Hekkarth, "Laat mij een piramide bouwen van de schedels, heren, hier in het midden van de stad. Door de winter heen vriest het in een blok bloed en ijs en wanneer wij vertrekken en de Mitrans terugkomen vinden ze onze teken. Dan weten ze dat de Head-takers dit gedaan hebben!"
Shaggaroth is meer ingetogen, maar zijn voorstel is uiteindelijk nog erger, "Tijd genoeg voor je schedelkunstwerken, Hekkarth. Voordat we de hoofden verwijderen kunnen we beter leren wat erin zit. De Vale is nog niet helemaal van ons. Een licht brandt nog op de Phoenixberg en de Cathedraal is niet veroverd. Ik kan een start maken met het ondervragen van de overlevenden."
Shaggaroth krijgt zijn toestemming en gaat aan de slag. Tegen het einde van de dag is het Stadshuis een ware paleis van nachtmerries, en het schreeuwen houdt niet meer op.
**************************
Met het einde van de dag bidt Rook om een spreuk om met de dood te praten. Licere zegt dat de burgemeester z'n lijk pas over een week weer vatbaar zal zijn, en Rook haalt een lijk van een priester die de stad verdedigde. Na hetzelfde proceduur uit te voeren gaat hij naast het lijk van de priester zitten. "Goedenavond, mijnheer. Vertel mij waar de drie heilige vlammen van de Vale zijn."
Ook dit lijk wil niet meeweken aan de duitsere bevelen, "Zoek je antwoorden ergens anders, heiden!" schraapt een droge stem uit de dode keel.
Rook staat op en schopt het lijk in het gezicht. "Zelfingenomen schijnheilige klootzak!" Hij kijkt rond, op zoekt naar iets om zijn woede op te uiten. Onyx verdwijnt achter de deur, en Rook schopt het lijk nog vier of vijf keer na voordat hij wegloopt.
**************************
Ook Rizzen gaat op zoek naar informatie, en pakt een goedgeklede man uit een schuur vol gevangenen. Deze bezwijkt onder de doordringende blik van de vampier en probeert de antwoorden zo goed mogelijk te beantwoorden.
"Is er iemand hier die veel weet over de Vale en vooral de Mitran aspecten ervan?" "Nee, heer, dat is kennis voor de priesters en die zie ik hier niet." "Zijn er nog priesters onder de bevolking hier? Herken je of mis je iemand?" "Nee heer, maar anderen zeggen dat de Abt er niet bij was. Dat hij de stad heeft verwaarloosd. Dat .hij het verschil had kunnen maken." "Beschrijf die Abt, hoe heet hij?" "Hij heet Vader MacCaithlainn, een grote beer van een vent met een dikke, bruine baard." "Heb je die boogschutter gezien? De goeie..." "Sir Giles? Nee, heer. Ik ken alleen de naam eigenlijk. Hij kan de vleugels van een mug afschieten, zeggen ze." "Heeft hij familie hier?" "Niet dat ik weet, nee. Alleen vrienden met de bomen, zeggen ze."
*****************************
Hai'A is, zoals altijd na een gevecht, soep aan het maken. "Paard en riddersoep - heerlijk." Hij amuseert zich door het aan te bieden aan de gevangenen, en belooft om over een paar dagen terug te komen.
*****************************
Licere roept Kilkiletz bij zich en stuurt hem terug naar Ghastenhall met een brief voor hun minions. Ze moeten zo snel mogelijk de Wachttoren komen innemen, in de uniforms van de bewakers. Eenmaal aangekomen moeten ze zich bij Einar melden en dan mogen ze de winter daar doorbrengen. Ze hebben eten, drinken en mogen wat entertainment regelen van de gevangenen mits het stil blijft. Mocht er een late handelaar of bevaarttocht aankomen moet deze naar binnen komen, en verwelkomd worden. Zo lang er geen getuigen zijn aan het einde van de winter, is het verder prima. Alles dat ze in beslag nemen, is van hen. Ze krijgen -verder beschikking over de uitrustingen en signaalraketten, en weten al te goed dat de Heren van goed discipline houden.
(De komende tijd levert dit (1d8-1)*100 gp per week voor de groep op, met een kost van 2 minion actions. Dit nadat de minions zichzelf wat toe-eigenen! Minionbende krijgt +2 Loyalty score)
*****************************
Ook de Duergar amuseren zich met gevangenen. Prins Zargun eist... vraagt netjes... om alle gevangenen dwergen. Licère knikt instemmend, "Dat was uiteraard ook de afspraak en we komen onze beloftes altijd na." De Prins doet zijn best de belachelijk machtige party als gelijken aan te spreken, "Wij bedanken jullie voor deze kans, en noemen jullie Duergarvrinden. Jullie zullen altijd welkom zijn in Zhaazen-Kryr. Mocht je in de komende weken een bezoek uitbrengen, kun je de dwergen zien worstelen met de stier."
Hij glimlacht, en iedereen denkt aan het gouden stier met kettingen op de rug en een haard in de buikholte.
"Veel plezier, Prins Zargun, en een goede reis terug. Ook bedankt voor jullie hulp."
"Wie weet, levert deze oogst zoveel prestige op dat mijn vader een stapje terug moet doen. Het wordt wel tijd, lijkt mij. Misschien zeg je de volgende keer Thane tegen mij..."
Hij kakelt als hij eraan denkt, "... en U!" *****************************
|